De zaadjesman
Saskia (30) en Mandy (26) zijn al bijna negen jaar samen. De vrouwen doorlopen zoals ze zelf zeggen vrij traditionele stappen in hun leven: van daten naar een relatie, samenwonen, een huis kopen, trouwen en dan pas kinderen. Nadat ze eerst met veel liefde en plezier samen met hun katten een gezin vormden, kregen de gesprekken over een baby steeds meer vorm. In 2018 besloten ze er dan ook echt voor te gaan. Maar hoe werkt dat eigenlijk als je twee baarmoeders hebt, maar geen zaad?
Tekst & beeld // Julia de Bruin
Saskia: ‘Sinds we een relatie hebben zijn er ook gesprekken over een kinderwens. Ik weet al sinds ik een kind was dat ik zelf kinderen wil. Volgens mijn moeder kwam ik er zo ongeveer uit met een kinderwens. Maar Mandy moest er eerst helemaal niet aan denken. Sinds een jaar of 5, toen we gingen samenwonen, praten we serieuzer over die kinderwens. Dat heeft ons ook wel op een punt gebracht waarop we moesten beslissen om of samen verder te gaan en na te denken over hoe onze toekomst mét kinderen eruitziet, of om onze relatie te beëindigen. Gelukkig zitten we hier nog steeds samen.’
Mandy: ‘Door onze gesprekken ben ik er veel over gaan nadenken. Het is niet zo zeer dat ik geen kinderen wil, maar meer dat ik niet de wens voel om zelf een kind te dragen. Mijn beste vriendin raakte zwanger van haar eerste kindje toen ze 16 was. Dat zij jong moeder werd, maakte veel indruk op mij. Ik was zelf 12 of 13 en heb mijn kijk op het moederschap toen laten vormen door haar situatie. Ik dacht dat het krijgen van kinderen een heel heftige verandering zou zijn voor de rest van je leven, maar dat is niet helemaal zo. Dat zie ik wel in nu ik wat ouder ben. Het gaat er echt om hoe je er zelf in staat. Wij zijn twee sterke, pittige vrouwen en zullen echt niet gaan stoppen met leven omdat we straks een kind hebben. Dingen die we willen doen, zoals reizen, zullen we dan gewoon met zijn drieën doen in plaats van met zijn tweeën.’
Saskia: ‘In september 2017 zijn we getrouwd. Toen hadden we eigenlijk als goal om in 2018 echt gericht te gaan kijken van “Hoe gaan we dit aanpakken? En hoe kunnen wij een donor vinden?”. We wilden dat jaar echt gebruiken om alles uit te zoeken en hoopten dat we een donor zouden kunnen vinden. Als het mogelijk was, wilden we met de donor dan ook al dingen bespreken en afspraken op papier zetten, zodat we in 2019 zouden kunnen starten met het hele traject. Maar dat ging ineens sneller. Ik ben inmiddels 25 weken zwanger en we verwachten we in mei een dochter.’
Mandy: ‘Op onze weg naar een zwangerschap, waren er bepaalde dingen waar Sas en ik het niet gelijk over eens waren. Ik vond het heel belangrijk dat onze donor een bekende donor zou zijn, een C-donor. Sas had minder moeite met het idee van een onbekende donor. Een van de redenen waarom ik dat wel heb, is omdat het belachelijk veel geld kost om via een donorbank aan zaad te komen. Je bent al 2 tot 3 duizend euro verder voordat je überhaupt een zaadcel hebt gezien. Daarbij onderga je verplicht een psychische screening. Elke flapdrol kan kinderen krijgen, maar twee weldoordachte vrouwen met een goed stel hersens en een stabiele thuissituatie moeten gescreend worden om te kijken of ze wel geschikt zijn om moeder te worden! Daar werd ik heel boos van.
Naast deze obstakels bij een B-donor speelde het voor mij ook een grote rol dat er toch altijd vragen aan ons kindje zullen zijn als “Wie is dan jouw papa?”. Voor mijn gevoel kunnen we beter aan ons kindje uitleggen dat een bekende van haar mama’s ervoor heeft gezorgd dat zij er is, dan als dat een voor ons onbekende (B-)donor is, waarvan we alleen wat gegevens op papier hebben. Ook vinden we het gewoon heel fijn dat we zelf affiniteit hebben met de donor. Wij vinden hem een fijn persoon en dat is heel belangrijk. We willen dat onze dochter weet dat ze twee mama’s heeft, maar dat een vriend van haar mama’s ervoor heeft gezorgd dat zij er is. De zaadjesman.’
Saskia: ‘Op een gegeven moment hebben we besloten om in onze omgeving open te zijn over onze kinderwens. We kenden zelf drie mannen die we geschikt vonden als donor en wel zouden willen benaderen. Maar hoe ga je dat doen?! Voordat we die stap gingen zetten, zijn we op internet meer gaan uitzoeken en hebben we wat documentaires gekeken over ouderschap bij homoseksuele stellen. In de docu Gay Babyboom werd Stichting Meer Dan Gewenst genoemd. We hebben meer info opgezocht over die stichting en zo kwamen we erachter dat zij allerlei bijeenkomsten organiseren, waaronder informatieavonden voor niet-traditionele gezinnen met een kinderwens.’
Mandy: ‘Wij hebben een van die informatieavonden bijgewoond. Daar waren echt honderd andere homo’s, lesbiennes en alleenstaanden met een kinderwens. Iedereen kreeg een sticker opgeplakt met daarop geschreven of ze een donor zochten, donor wilde zijn of om een andere reden informatie wilden. Zo kon je in gesprek gaan met iemand die aansloot op wat jij zocht. Verder waren er ervaringsdeskundigen die vertelden over hun belevenissen en werd er wat verteld over waar je op juridisch gebied aan moet denken. Op die avond hoorden we dat ze ook speeddates organiseren om een donor te vinden en dat zag ik wel zitten. Maar dat was uiteindelijk niet meer nodig…’
Saskia: ‘Mandy kwam op een gegeven moment thuis en zei “Ik moet je wat vertellen”. Een van die drie mannen uit onze omgeving was zelf – heel onverwachts – naar Mandy toegekomen. Hij bood zich aan om onze donor te zijn. Hij wilde ons heel graag helpen, want hij gunde het ons zo om een kindje te krijgen. Mandy was echt flabbergasted, maar ik durfde niet meteen blij te zijn. Eigenlijk was dat zo met alles in dit traject. Het leek allemaal te mooi om waar te zijn. Maar het was echt zo.’
Mandy: ‘Dat hebben we even moeten laten bezinken. Vervolgens hebben we wel wat dingen met hem besproken, maar we hadden nog niets definitief gemaakt. En toen stond hij op 14 februari 2018 voor onze deur. Niet met de vraag of hij onze Valentijn mocht zijn, maar officieel met de vraag of hij onze donor mocht zijn. Dat was zo speciaal, zo bijzonder.
Daarna zijn we gesprekken gaan voeren met de donor over hoe wij het wilden, welke voorwaarden wij en hij stelden. Hij zag vrijwel alles op dezelfde manier als wij. Dat maakte het heel fijn. We bespraken wat we belangrijk vonden: hoe vaak we wilden insemineren per maand, dat hij geen aanspraak kon maken op het vaderschap, dat hij geen omgangsrecht heeft en dat wij graag willen dat hij ook bij een eventuele volgende zwangerschap onze donor zal zijn. We hebben dat hele gesprek opgenomen en daarna hebben we notaris Liesbeth Verhagen ingeschakeld. Haar kenden we al van naam door Stichting Meer Dan Gewenst en Ik vrouw van jou (een lesbisch YouTube- en bloggerkoppel). Zij is gespecialiseerd in het opstellen van donorcontracten.’
Saskia: ‘We hadden eerst een telefoongesprek met Liesbeth. Daar was de donor niet bij. Toen ging zij het donorcontract opstellen naar onze wensen en hebben we vervolgens in juli 2018 met de donor bij haar op kantoor het contract doorgesproken en getekend. En daarna stonden we buiten en was het echt zo van: “Wanneer gaan we beginnen?”.
Dat werd mijn eerstvolgende eisprong. Ik wist wanneer die was, want vanaf het moment dat de gesprekken met de donor serieus werden, ben ik mijn cyclus gaan bijhouden.’
Mandy: ‘Ik had met de donor besproken wanneer ik het potje met zaad zou komen halen. Dat deed ik drie dagen achter elkaar, rond de eisprong. En Sas zei al na twee dagen dat ze telkens gekke dingen voelde in haar buik. Ik dacht “Ja hoor, zo snel al” en wilde gewoon bewijs. Dus zodra het kon, gingen we een test doen. Eerst zag ik niks, maar blijkbaar moet je een paar minuten wachten. Na een tijdje pakte ik die test weer op en er was een streepje. In die week hebben we nog 6 testen gedaan. En ja, Sas is echt zwanger.’