Wie niet weg is is gezien

China: een ‘digitale dictatuur’ met een overvloed aan ogen

Tekst: Wineke Brans

Beeld: Oscar Slagveer

Meer dan 2,5 miljoen camera’s in één stad. Alsof er een leger miniatuurmannetjes door de stad is verspreid die continu meekijken met elke beweging die je maakt. In de stad Chongqing in het zuidwesten van China, is het geen angstaanjagende science-fiction, maar werkelijkheid. Alleen zijn het geen miniatuurmannetjes die je in de gaten houden, maar de ogen van de overheid. Toch spreken veel Chinezen lovend over wat een Westerse nachtmerrie lijkt.  

Wie in China aan de verkeerde kant van de stoep loopt, wordt vastgelegd door beveiligingscamera’s met gezichtsherkenning en vervolgens afgebeeld op een groot billboard met naam en identificatienummer. ‘你違反了!’(U bent in overtreding!), staat er in rode letters bij. Het publiekelijk ten schande worden gemaakt is niet de enige consequentie als de overheid er lucht van krijgt dat je je niet aan de regels houdt. Sinds 2014 is China bezig met het ontwikkelen van een digitaal sociaal kredietsysteem. Bij dit systeem wordt  aan de hand van informatie die de overheid verzamelt bepaald of er punten van je huidige score worden afgetrokken of er bij opgeteld worden. Je krijgt dus letterlijk een stickertje met een waardeoordeel opgeplakt die vertelt of je een goede burger bent of niet. Als de digitale bespieders vastleggen dat je meerdere keren in overtreding bent geweest, dan kan je op een zwarte lijst terecht komen. Zo’n zwarte lijst brengt niet alleen directe restricties met zich mee, zoals een beperking in vlieg- of treinreizen, maar een aantal van de zwarte lijsten wordt ook openbaar gemaakt.  Zo kan iedereen toegang krijgen tot de informatie op de lijst  en kunnen potentiële werkgevers je een baan weigeren als je op de lijst staat. Van privacy is geen sprake; de overheid weet vrijwel altijd waar je bent, met wie je bent en wat je doet.

Een ijzeren hand en duizend ogen?

Er klinkt vanuit verschillende hoeken kritiek op het Chinese beleid. Wetenschapper en activist Lokman Tsui vergelijkt het Chinese systeem met het panopticon. Dit is een hypothetisch experiment van filosoof Jeremy Bentham, vernoemd naar het Grieks mythische figuur met duizend ogen, waarbij gevangenen in een gevangenis zitten opgesloten die zo geconstrueerd is dat alle gevangenen gezien kunnen worden door de bewakers. Het idee dat er een kans is dat je bekeken wordt, was volgens Bentham genoeg om de gevangenen zich te laten gedragen, óók als de gevangenen daarna weer op vrije voeten waren. De Chinese overheid gebruikt volgens Tsui een zelfde soort dystopische methode om haar burgers te disciplineren en in het gareel te houden.

Een gelijksoortig argument lijkt logisch om te maken. Een wereld waarin je continu in de gaten wordt gehouden en waarin je op een harde, vaak beschamende manier wordt gestraft voor elke misstap die je begaat, is niet menselijk. Door het sociaal kredietsysteem in China te googelen lijkt die mening al snel bevestigd. Er verschijnen koppen als ‘China’s new “social credit system” is a complete dystopian nightmare’ van de New York Post en ‘Big Brother 2.0: in China bepaalt je “sociale score” je leven’ van de NOS. Dat het systeem je hele leven bepaalt en dat alle Chinezen in een soort gruwelijke simulatie van het panopticon leven, is echter niet helemaal waar. Wie het systeem wat verder uitpluist, komt erachter dat het systeem minder zware gevolgen heeft dan op het eerste gezicht lijkt. China-deskundige Rogier Creemers, die zich specialiseert in het Chinese beleid op het gebied van technologie, legt uit dat de restricties die je opgelegd kunnen worden altijd in lijn staan met de overtreding die je hebt begaan. Heb je een openstaande boete niet betaald dan is het dus niet zo dat je kinderen geen toegang meer hebben tot de beste scholen, maar kan je minder makkelijk een lening afsluiten. Ook is het niet zo dat je de rest van je leven verantwoordelijk wordt gehouden als je een keer een misstap begaat: zodra je de boete betaalt, wordt je van de zwarte lijst afgehaald. Daarnaast gaat het volgens Creemers ook niet om het exact naleven van de idealen van de overheid maar is het sociaal kredietsysteem een manier om bestaande wetten beter te kunnen handhaven. ‘Als je je gewoon aan de wet houdt, is er niet zoveel aan de hand’, aldus Creemers.

Verlangen naar veiligheid

Desondanks kun je er niet omheen dat de Chinezen veel privacy inleveren, maar uit een onderzoek van sinoloog Genia Kostka blijkt dat veel Chinezen de Chinese manier van besturen niet als buitenmaats of extreem ervaren. Sterker nog, 64,1% geeft aan zeer tevreden te zijn over het systeem. Een van de geïnterviewden geeft aan dat het systeem mensen van slecht gedrag weerhoudt en vertrouwen genereert. Dit weegt voor meer mensen mee: maar liefst 76% van de ondervraagden gaf aan dat er een probleem is van gebrek aan vertrouwen. Volgens Garrie van Pinxteren, China correspondent van de NRC, ligt dat aan de geschiedenis van schandalen en oplichting die China kent. Denk bijvoorbeeld aan het melkpoederschandaal waarbij honderdduizenden baby’s last kregen van hun nieren. De Chinezen willen af van dit gebrek aan vertrouwen en zien het sociaal kredietsysteem als geschikte methode om te kunnen filteren welke individuen er betrokken zijn geweest bij wanpraktijken en dus niet te vertrouwen zijn.

Het beeld dat er in het Westen heerst over China is vaak extreem, onderdrukkend en in sommige gevallen zelfs niet menselijk. Als er verder gekeken wordt en rekening gehouden wordt met de culturele en historische context komt er echter een genuanceerdere slotsom uit. Op veel plekken in China worden mensenrechten geschonden, lokale autoriteiten maken soms misbruik van het systeem en mensen die zich niet kunnen vinden in het surveillance systeem worden geen keus gelaten. Maar het systeem is niet voor iedereen onderdrukkend. Door krantenkoppen als ‘China’s surveillance state should scare everyone’ van het Amerikaanse tijdschrift The Atlantic wordt de focus gelegd op het extreme en wordt China uitsluitend benaderd als ‘de ander’. China kent een waslijst aan wanpraktijken waar lokale autoriteiten en de staat verantwoordelijk voor zijn. Het huidige systeem is gevoelig voor misbruik en dit gebeurt dan ook. Het is extreem belangrijk dat dit aan het licht komt en noodzakelijk dat China hierop wordt bekritiseerd, maar er schuilt ook een gevaar in harde uitspraken over brede en complexe onderwerpen als digitale surveillance. Nuance en overeenkomsten worden vaak vergeten: ten slotte staat Londen op nummer drie in het rijtje van steden met de meeste beveiligingscamera’s, geven we onze Uber-chauffeur één tot vijf sterren en hanteert Nederland ook een financieel kredietsysteem waarbij negatief financieel gedrag lenen in de toekomst kan bemoeilijken. China en het Westen verschillen van elkaar. Maar door enkel te focussen op verschillen en China weg te zetten als ‘de extreme ander’, worden beide partijen tegenover elkaar gezet en dit leidt tot nog grotere verdeeldheid. We zouden er daarom goed aan doen om af en toe ook eens het ‘gewone’ te benadrukken.