Een bekroonde democratie
Hoe democratisch is het sprookje van de constitutionele monarchie?
Tekst: Marije Nieuwland
Beeld: Eva van Gelder
Al ruim twee eeuwen heerst de koninklijke familie Van Oranje over het land van rood-wit-blauw. De Oranje-dynastie heeft in die tijd niet stilgestaan. Het Nederlandse staatshoofd draagt nog altijd een kroon, maar heeft niet meer de absolute macht over het land. In 2021 is het volk niet langer van de koning. Nee, de koning is van het volk. En het volk kan de koning het hemd van het lijf vragen.
In menig kinderboekenkast is het klassieke sprookje De nieuwe kleren van de keizer te vinden. Al decennialang wordt aan kinderen voorgelezen hoe een ijdele keizer op zoek gaat naar het meest bijzondere kostuum van het land. Twee ingenieuze kleermakers brengen hem een gewaad dat zó exclusief is, dat het enkel zichtbaar is voor de slimste mensen. De keizer durft niet te zeggen dat hij enkel een kledinghanger ziet en betaalt de kleermakers een grote zak goud voor het ‘kostuum’. Wanneer hij de volgende dag naar buiten treedt in zijn blootje, blijft het volk stil. Dagenlang paradeert de keizer spiernaakt, vol trots door zijn keizerrijk. Er wordt geen kik gegeven. Totdat een kind roept dat de keizer in zijn nakie staat; dan barst iedereen in lachen uit en verdwijnt de keizer beduusd in zijn kasteel.
Met een soortgelijke beschaamde houding was de Nederlandse koning Willem-Alexander van Oranje woensdag 21 oktober 2020 op nationale televisie te zien, vanuit Paleis Huis ten Bosch. Naakt was hij niet, al moest hij zich wel blootgeven. Nerveus, zittend op een rode, fluwelen fauteuil legde hij een verklaring af over een gezinsvakantie naar Griekenland die niet strookte met de coronamaatregelen. De media-ophef had de koning doen besluiten om na twee dagen Griekse zon weer huiswaarts te keren. Vooral op sociale media was hij niet gespaard gebleven. De ene na de andere verontwaardigde tweet verscheen over het feit dat het staatshoofd een zwembroek in zijn koffer stopte terwijl minister-president Mark Rutte de bevolking dringend adviseerde niet op vakantie te gaan.
Met de handen ineengevouwen sprak Willem-Alexander de bevolking toe: ‘Onze reis naar Griekenland heeft bij veel Nederlanders negatieve reacties opgeroepen. Het doet pijn uw vertrouwen beschaamd te hebben.’ Gekleed in een donkerblauw pak, was de Nederlandse koning even naakt als de keizer uit het bekende sprookje. De kwetsbare aanblik van de koning maakte voor een moment de kwetsbaarheid van de constitutionele monarchie in haar geheel zichtbaar.
De monarchie aan banden gelegd
Geen schoolboek over Nederlandse geschiedenis wordt gedrukt zonder het jaartal ‘1848’. In dit jaar werd de absolute monarchie beteugeld, opvallend genoeg door de koning zelf. Naar eigen zeggen ontpopte koning Willem II zich in één nacht van conservatief tot liberaal. Wat hij er niet bij vertelde, was dat hier vele slapeloze nachten aan vooraf gingen. Willem II stond namelijk onder grote druk. In Europese staten die hem omringden, vonden revoluties plaats. Hij zag hoe monarchen werden afgezet en hoe het volk de democratie vierde. Ook de Nederlandse liberalen streefden naar een democratischer stelsel. Om dit te bewerkstelligen, werd een slim politiek spel gespeeld. Liberale politici en journalisten chanteerden Willem II met het uitlekken van het grootste geheim van ‘Zijne Majesteit’: de homoseksuele relaties die hij naast zijn huwelijk had. De angst voor de schade die zo’n gerucht in die tijd kon aanrichten, maakte een democratische revolutie overbodig. Met lood in de schoenen gaf de koning de liberalen toestemming om de grondwet te herzien.
Zo werd 1848 het jaar waarin politicus Johan Rudolph Thorbecke de grondwet hervormde. Waar het parlement meer wetgevende en controlerende bevoegdheden kreeg, zag de koning zijn macht ingeperkt worden. De herziene grondwet maakte van de Nederlandse staat een ‘constitutionele monarchie’: een vorm van monarchie waarbij de positie van de koning nauwkeurig is vastgelegd en begrensd in de grondwet. Steeds meer begon de Nederlandse staat de vorm aan te nemen van een parlementair democratisch stelsel. Het algemeen kiesrecht voor mannen in 1917 en voor vrouwen in 1919 voltooide deze democratisering. De macht van de koning was voornamelijk symbolisch geworden, maar toch bleef hij zitten op zijn troon.
Het spanningsveld van de constitutionele monarchie
In de huidige staatsvorm van Nederland komen twee, in veel opzichten tegenstrijdige, politieke systemen samen. Democratie en monarchie creëren een spanningsveld; een spanningsveld waarin het principe van gelijke rechten tegenover het geboorterecht van de koning staat. De Nederlandse grondwet vertelt haar burgers in Artikel 1 dat ‘iedereen gelijk is’ terwijl, na even doorbladeren, in Artikel 40 de koning wordt vrijgesteld van inkomsten-, schenk- en erfbelasting omdathij de koning is. De vraag rijst hoe deze twee artikelen, die met elkaar op gespannen voet staan, deel uit kunnen maken van een en dezelfde grondwet.
De bevoorrechte positie van de koninklijke familie wordt bij tijd en wijle bevraagd binnen en buiten de Tweede Kamer. Journalisten van het NRC Handelsblad toonden in september 2019 aan dat de Nederlandse staat ‘dubbel’ betaalt voor het onderhoud van het interieur van de paleizen. Het NRC-onderzoek leidde tot kamervragen. Politici spraken met verontwaardiging over de forse onkostenvergoeding die Willem-Alexander ontvangt om zijn kroonluchters te laten glinsteren, terwijl hij in praktijk vrijwel nooit hoeft te betalen voor een reparatie of restauratie. De paleizen zijn namelijk bezit van de staat, waardoor de koning er in de meeste gevallen geen financiële verantwoordelijkheid voor draagt. De jaarlijkse onkostenvergoeding van 4.937.000 euro wordt evenmin gebruikt voor de financiering van beveiliging, staatsbezoeken en het onderhoud van de gouden koets en het jacht ‘de Groene Draeck’. Ook daar mag de staat haar portemonnee voor opentrekken. Bovendien ontvangt de koning nog een ‘uitkering’ van 949.000 euro die in 2021 met 5% wordt verhoogd. In tijden van een pandemie hoeft Willem-Alexander, in tegenstelling tot veel andere Nederlanders, de broekriem niet aan te halen.
Van spanningsveld tot sprookjes
Artikel 40 en een veelvoud aan ingewikkelde belastingconstructies demonstreren hoe de monarch financieel verheven wordt boven ‘de gewone mens’. De speciale behandeling reikt soms zelfs verder. In 1976 stond de monarchie op wankelen door de Lockheed-affaire. Op aanraden van prins Bernhard, de echtgenoot van koningin Juliana, was de Nederlandse luchtmacht overgegaan op een nieuw type straaljager. Niet veel later bleek dat Bernhard tot tweemaal toe een grote som geld had ontvangen van de desbetreffende vliegtuigbouwer Lockheed. Alhoewel het omkoopschandaal overduidelijk was, besloot het kabinet prins Bernhard niet te vervolgen. ‘Een zweem van klassenjustitie’ sprak minister Tjerk Westerterp (Katholieke Volkspartij): ‘Maar de publicatie van het rapport zal voor Bernhard zwaarder zijn dan een strafprocedure’. Een fraudezaak waarvoor een ieder ander strafrechtelijk vervolgd zou zijn, liep voor het koningshuis met een sisser af.
De woorden van Minister Westerterp werken niet enkel als rechtvaardiging van ongelijke behandeling in de rechtbank. Zijn uitspraak dat de publicatie van het Lockheed-rapport Bernhard al genoeg schade zou toebrengen, presenteert een aanvullend dilemma dat relevant is voor het spanningsveld van de constitutionele monarchie. De transparantie die ten grondslag ligt aan democratie kan een serieuze bedreiging vormen voor het mysterie van de monarchie. Het koninkrijk berust namelijk op mysterie, een waar sprookje: een uitverkoren familie levert al honderden jaren koningen en koninginnen die in pracht en praal leven met een zekere afstand tot het ‘gewone volk’.
Wellicht ligt het aanhoudende succes van het koningshuis juist in het gegeven dat de monarchie buiten de democratische principes, buiten ‘de realiteit’ staat. Betoverend als een sprookje nodigt de vertelling van de Oranje-dynastie uit om even buiten het alledaagse te treden. De koning met een cocktail op zijn peperdure jacht, de designer-jurken van Máxima, het exclusieve fotomoment tijdens de wintersportvakanties; iedereen geniet ervan mee. En wanneer de koning op zijn verjaardag in driedelig pak deelneemt aan een wedstrijdje ‘wc-pot gooien’, is het het gesprek van de dag. De sprookjesachtige vertelling en rituelen van de Oranjes binden het volk dat samen de democratie vormgeeft. Monarchie reikt gemeenschappelijke verhalen en rituelen aan die continuïteit verschaffen in een staat met steeds wisselende regeringen. Zodoende, maakt het adellijke en mysterieuze leven dat de Oranjes genieten de monarchie zowel verwerpelijk als aantrekkelijk.
Nieuwe uitdagingen voor de koning
In theorie rijmt de monarchie simpelweg niet met de principiële uitgangspunten van een democratie. Toch lijken de tegenstrijdige politieke systemen in praktijk niet te botsen, maar eerder in wisselwerking te zijn met elkaar. In deze wisselwerking schept het spanningsveld van de constitutionele monarchie ruimte om de vertelling van het sprookje te onderbreken en kritische vragen te stellen. De debatten die in de 21ste eeuw gevoerd worden over de constitutionele monarchie hebben een iets andere toon dan in de Jaren 70. Politici spreken met een neoliberaal accent en sociale media creëren een groter platform voor discussie.
Sociale media maken het mogelijk om op elke beweging en opmerking van de koning te reageren. Iedere Nederlander is maar een tweet verwijderd van het publieke debat over de constitutionele monarchie. Een vliegtuigspotter deelde via een tweet dat hij het regeringsvliegtuig naar Griekenland had zien vertrekken, en de bom ontplofte. De koning was nog maar net geland en werd al op het matje geroepen. Sociale media heeft op deze wijze een bepaalde democratiserende werking, waardoor het sprookje van de monarchie zich in toenemende mate moet verhouden tot de realiteit.
En die realiteit is hard. Met Rutte aan het roer, hebben neoliberale politici de verzorgingsstaat uitgekleed. Het democratische principe van ‘vrijheid’ is min of meer gelijkgesteld aan ‘eigen verantwoordelijkheid’. Burgers zijn vrij om hun eigen leven vorm te geven, maar zijn vervolgens zelf verantwoordelijk voor zowel voorspoed als tegenspoed. Koning Willem-Alexander legde deze ontwikkeling helder uit tijdens de troonrede in 2013: ‘De klassieke verzorgingsstaat verandert langzaam maar zeker in een participatiesamenleving. Van iedereen die dat kan, wordt gevraagd verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar eigen leven en omgeving.’
Als gevolg van de neoliberale politiek wordt elke cent die de overheid uitgeeft aan sociale zekerheid een tweede keer omgedraaid. De toeslagenaffaire, waardoor kabinet Rutte III begin 2021 ten val kwam, is hier een een goed voorbeeld van. Onschuldige burgers werden jarenlang op de vingers getikt en beboet voor zogenaamde fraude bij het aanvragen van kinderopvangtoeslag. De getroffen ouders werden op deze wijze onterecht gecriminaliseerd en vele gezinnen raakten in de schulden. In dezelfde periode kwam het NRC-onderzoek naar buiten waaruit bleek dat de koning, dankzij het ingewikkelde financiële statuut, dubbele ‘toeslagen’ ontving voor zijn meubilair. ‘Snapt u er wat van? Nee ik ook niet, maar het lijkt allemaal te kloppen’, reageerde de minister-president op de kritische journalisten. Het contrast tussen de manier waarop de overheid omgaat met de koning en burgers is schrijnend. Hoe lang accepteren we nog dat zijne majesteit de koningsmantel wordt aangedaan, terwijl het volk in de kou staat?
Of we nou geloven in het sprookje van de constitutionele monarchie of niet, laten we er niet in blijven hangen. Symbolische macht is ook macht. En symbolische rituelen hebben reële effecten. Het is van cruciaal belang om zo nu en dan een sprookje naast de werkelijkheid te leggen.