Waakzaam en dienstbaar?

Een kritische kijk op de politie in Nederland

Tekst: Yasmine Fikken

Beeld: Sam van den Nieuwenhof

Haagse agenten die zich na het mishandelen van een Marokkaans-Nederlandse arrestant ‘Marokkanenverdelgers’ noemen, beelden van politieagenten die onnodig op verdachten schieten zoals op 18 juni 2020 in Eindhoven en de gewelddadige dood van Tomy Holten afgelopen maart in Zwolle. Het rammelt bij de politie in Nederland en dat wordt steeds duidelijker. Hoe komt het dat er zo veel mis gaat bij het corps en hoe gaan we daar mee om? 

Sinds mei 2020 is de Black Lives Matter-beweging veel in het nieuws geweest. De moord op George Floyd door politieagent Derek Chauvin heeft wereldwijd mensen op de been gebracht om te protesteren tegen racisme en racistisch politiegeweld. ‘Ook in Nederland’ was een veel geziene tekst op borden van Black Lives Matter-demonstranten door heel Nederland. De vonk van de Amerikaanse demonstraties is de hele wereld overgeslagen omdat de problematiek, namelijk: anti-zwart racisme en politiegeweld, op veel plekken resoneert. Zo ook in Nederland. Politiegeweld, waaronder etnisch profileren, is voor sommige Nederlanders onderdeel van hun dagelijkse realiteit. Hoewel het gesprek naar aanleiding van deze protesten nog te vaak gaat over de noodzaak van een gesprek, zoals tijdens het racismedebat van de NPO op 12 juli, is het belangrijker om te kijken naar één van de redenen waarom zoveel mensen de afgelopen weken de straat op zijn gegaan: racistisch politiegeweld. Ondanks dat het aanhoudend etnisch profileren bij de politie eens in de zoveel tijd naar boven komt drijven in de media, wordt het onderwerp in de politiek niet heel serieus genomen. 

Dit blijkt maar weer uit een wetsvoorstel betreffende geweldsgebruik door agenten dat afgelopen oktober 2019 haast geruisloos door de Tweede Kamer is geslopen. De wet, waar, met uitzondering van Denk, alle partijen in de kamer voor hebben gestemd, zal er onder andere voor zorgen dat politiegeweld landelijk geregistreerd en beoordeeld wordt in de rechtbank Midden-Nederland, ook wel de Blauwe Kamer genoemd. Hierdoor wordt de ambtsinstructie van de politie ook de strafrechtelijke norm. Wanneer een agent geweld gebruikt met dodelijke gevolgen kan hij hier volgens deze wet maximaal een driejarige gevangenisstraf voor ‘het schenden van de ambtsinstructie’ voor krijgen. Ook zijn agenten volgens deze wet niet langer automatisch verdacht wanneer er sprake is van geweld. Vanuit de juridische wereld en mensenrechtenorganisaties zijn er bezwaren tegen deze nieuwe wet omdat er gevreesd wordt voor een geweldstoename bij de politie. In het licht van de recentelijke protesten zijn er door een aantal partijen kritische kamervragen gesteld over deze wet die na het zomerreces van 2020 door de Eerste Kamer behandeld zullen worden. 

41 doden

D66 is inmiddels kritisch over de wet. Eén van de vragen die door een partijlid gesteld werd is hoe de zaak van Mitch Henriquez in deze nieuwe wet behandeld zou zijn geweest. Hoewel we het antwoord op deze vraag en het verloop van deze nieuwe politiewet zullen moeten afwachten, is het wellicht belangrijk om in het licht van de huidige gebeurtenissen stil te staan bij de dood en zaak van Mitch Henriquez. Eind juni 2015 werd de tweeënveertigjarige Mitch Henriquez gewelddadig gearresteerd in Den Haag door vijf agenten die onder andere gebruikt maakten van een nekklem. Hij overleed kort na de arrestatie als gevolg van zuurstofgebrek. Maar twee van de vijf agenten zijn strafrechtelijk vervolgd waarvan de één vrijgesproken is en de ander, die de dodelijke nekklem tijdens de arrestatie toepaste, tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden veroordeeld is na hoger beroep. Hoewel de dood van Mitch Henriquez één van de bekendste gevallen van fataal Nederlands politiegeweld is, is het lang niet de enige.

Control Alt Delete (CAD) is een Nederlandse organisatie die zich inzet tegen etnisch profileren en politiegeweld. Sinds januari 2016 zijn er, volgens cijfers van CAD, 41 mensen tijdens of kort na een arrestatie overleden. De organisatie monitort sinds de dood van Mitch Henriquez de hoeveelheid mensen die omkomen onder verantwoordelijkheid van de politie door publiek toegankelijke informatie nauwkeurig door te spitten en contact op te nemen met de nabestaanden. Opvallend is dat bij geen enkel geval gedurende de afgelopen vier jaar een agent is vervolgd. Geen van de zaken van deze  41 doden onder verantwoordelijkheid van de politie is ooit voor de rechter gekomen. Natuurlijk zal er niet in al deze gevallen sprake zijn geweest van buitenproportioneel politiegeweld, maar sommige zaken roepen op z’n minst een heleboel onbeantwoorde vragen op. Bijvoorbeeld de dood van Salim Hadj Ali uit Leidschendam. De tweeëntwintigjarige Salim werd in september 2019 gearresteerd en overleed enkele dagen na zijn arrestatie in het ziekenhuis. Na een onderzoek heeft het OM geen doodsoorzaak kunnen vaststellen, maar wel gesteld dat Salim niet door extern letsel is gestorven. Zijn familie zet hier vraagtekens bij, aangezien hij bij zijn arrestatie wel degelijk veel letsel heeft opgelopen. 

Een zaak waar we het einde nog van moeten zien, is die van de dood van Tomy Holten. Op zaterdag 14 maart 2020 rent Tomy door een Jumbo-supermarkt in Zwolle. Nadat hij door medewerkers naar buiten is gezet en opnieuw de supermarkt inkomt, wordt de politie gebeld. Wat volgt is een gewelddadige arrestatie waarin zowel burgers als agenten bovenop Tomy zitten en gebruik wordt gemaakt van een nekklem. Na een bezoek van een ambulance wordt hij meegenomen naar het cellencomplex waar hij één uur na zijn arrestatie overlijdt. Hoewel de dood van Tomy Holten nog steeds wordt bekeken door de rijksrecherche en er dus nog weinig bekend is, ziet het er somber uit. Het autopsierapport van het OM ontvangen door de broer van Tomy zou onvolledig zijn en ook niet overeenkomen met de beelden van de arrestatie. Ook krijgt de broer van Tomy wegens zijn kritische en actieve houding, door onder andere contact te onderhouden met journalisten, binnen het proces geen verdere informatie over de voortgang. 

Politiegeweld met een dodelijke afloop zoals deze drie gevallen is maar het topje van de ijsberg. Excessief geweld zonder dodelijke afloop komt nog veel vaker voor. Ook al zijn hier weinig cijfers over, liegen de beelden er niet om. Op 18 juni 2020 liep er in Eindhoven een man met een groot mes rond. De politie stelde tegen de NOS dat één agent zich zo bedreigd voelde door de man dat hij hem in zijn been moest schieten. Echter, de beelden die op mediawebsite Dumpert te zien zijn, vertellen een ander verhaal. De man staat stil op een leeg plein met een mes in zijn hand tegenover meerdere bewapende politieagenten. Nadat de agenten waarschuwingsschoten hebben gelost en dichterbij komen, draait de man zijn rug naar de agenten toe en spreid, met het mes nog in zijn handen, zijn armen zoals gevraagd. Vervolgens schiet een agent hem in zijn been en valt hij op de grond waarna hij gearresteerd wordt.

Etnisch profileren

Excessief politiegeweld gaat niet altijd met een duidelijk racistisch motief samen, wat wel duidelijk het geval was bij de agenten die na het mishandelen van een arrestant video’s hiervan op WhatsApp deelden en zichzelf ‘Marokkanenverdelgers’ noemden. Toch worden mensen van kleur oververtegenwoordigd in de slachtoffers van politiegeweld. Volgens cijfers van Control Alt Delete waren 43% van de overledenen onder verantwoordelijkheid van de politie tussen 2016 en 2019 mensen van kleur, tegenover 18% witte mensen en 39% waarvan de etniciteit onbekend is. In een recent EenVandaag opiniepanel bleek dat van de respondenten 3% van de witte mensen tegenover 29% van de mensen van kleur zich wel eens gediscrimineerd heeft gevoeld door de politie. Ook gaf 36% van de mensen van kleur aan bang te zijn voor een aanhouding wanneer ze de politie zien, naast enkel 5% van de witte mensen. Dit heeft te maken met etnisch profileren. Etnisch profileren is het uitgaan van uiterlijke kenmerken, zoals huidskleur, nationaliteit, religie of taal, om verdachten op te sporen terwijl daarvoor geen objectieve rechtvaardiging bestaat. In de woorden van antropoloog Sinan Çankaya tijdens het racisme-gesprek in samenwerking tussen de VPRO, Pakhuis de Zwijger en Lilith Mag: ‘Etnisch profileren is een vorm van politiegeweld.’ Er constant door de politie uitgepikt worden vanwege bijvoorbeeld je huidskleur is een vorm van alledaags geweld dat sommige Nederlanders op stelselmatige basis meemaken. 

Het is moeilijk om etnisch profileren te scheiden van andere vormen van politiegeweld omdat het de keuze over wie de politie staande houdt of als crimineel ziet betreft. Etnisch profileren is niet alleen schadelijk voor de burger in kwestie, maar ook voor de politie zelf. Er is keer op keer uitgewezen dat etnisch profileren geen effectieve wijze is om criminelen op te sporen. Uit een recent onderzoek van CAD in samenwerking met studenten van de Vrije Universiteit bleek dat het vangstpercentage, ook wel de mensen die na politiecontact beboet of gearresteerd werden, onder jongeren met en zonder een niet-westerse migratieachtergrond even hoog is. Dit komt omdat er geen inherente verschillen zijn te maken tussen mensen op basis van uiterlijke kenmerken zoals wordt gedaan bij etnisch profileren. Echter, omdat mensen en instituties deze verschillen denken te zien en daar naar handelen worden ze ook gecreëerd, zoals terug te zien valt in programma’s als Opsporing Verzocht en in misdaadstatistieken waarin mensen van kleur oververtegenwoordigd zijn. Dit komt omdat de politie door etnisch profileren mensen racialiseert: mensen van kleur worden gereduceerd tot hun huidskleur en krijgen daarbij een imago van criminaliteit. Etnisch profileren is dan ook een van de vele uitingen van racisme waar mensen van kleur op een dagelijkse basis mee te maken kunnen krijgen. Omdat de politie een overheidsinstantie is, is dit dan ook een vorm van institutioneel racisme. Ook al ziet onze minister-president ‘institutioneel racisme’ als een moeilijke en zelfs vervreemdende sociologische term, is het een veelomvattend systeem waar ook de politie een rol in speelt.  

 Het is hoog tijd voor structurele verandering binnen de politie om etnisch profileren en de gewelddadige arrestaties die we nu nog te vaak zien tegen te gaan. Ook binnen het politiekorps klinkt dit geluid: BlueM, een groep van jonge politieagenten door het hele land, heeft recent een manifest gepubliceerd met tien stappen om positieve veranderingen te stimuleren. In het manifest vragen ze hun collega’s onder andere om erkenning van het probleem dat etnisch profileren vormt en vragen ze om een duidelijke begrenzing van het ongewenste gedrag bij de politie en consequenties wanneer een agent deze overschrijdt. Toch hebben we nog een lange weg te gaan, als we kijken  naar het nieuwe wetsvoorstel omtrent de politie en de veelal laconieke houding van de politietop over de huidige problemen. Het is  belangrijk om als burger alert op deze problemen te zijn. Dit betekent niet zozeer een negatieve, maar eerder  een kritische houding naar de politie. Ook is het goed om je te wapenen met kennis omtrent je rechten en plichten als je staande wordt gehouden door de politie en te blijven demonstreren tegen dingen waar je niet achter staat.