Vrijheid van beweging?

De Europese Unie begrenst een universeel recht

Fanatiek spelen de lidstaten van de Europese Unie (EU) een politiek schaakspel. De pionnen waarmee wordt gespeeld zijn asielzoekers. Wat staat er op het spel? De verliezer zal een groot aantal van de asielzoekers dat Europa betreedt, moeten opvangen. Geen lidstaat neemt deze verantwoordelijkheid graag op zich. In het verwoed spelen van dit schaakspel, raakt men blind voor de principes waar de EU op gefundeerd is: menselijke waardigheid, gelijkheid en eerbiediging van de universele mensenrechten.

Tekst: Marije Nieuwland

Beeld: Hillinde Buist

Een mens met Europees burgerrecht beweegt vrij tussen de grenzen van het Europese continent. De EU lijkt van Europa een ‘grenzeloze unie’ te hebben gemaakt, maar dit geldt enkel voor haar binnengrenzen. Controles aan de buitengrens zijn sinds de oprichting van de EU aangescherpt. Deze buitengrens is een denkbeeldige muur die alsmaar hoger wordt. Binnen haar fysieke grenzen erkent de EU het universeel recht op vrijheid van beweging. Tegelijkertijd wordt het asielzoekers onmogelijk gemaakt de EU te betreden.

Het Schengenvisum (1985) bepaalt van een afstand wie de muur van de EU wel of niet mag overgaan. Er wordt hierbij beroep gedaan op een lijst van ‘positieve landen’ en ‘negatieve landen’. De landen die als ‘negatief’ worden bestempeld zijn vaak islamitisch of arm. Mensen die geboren zijn in één van de 135 negatieve landen hebben een zeer geringe kans op een visum. Voor hen blijft enkel een irreguliere en gevaarlijke weg over om de EU binnen te komen. Sinds de invoering van het Schengenverdrag is de buitengrens van de EU de dodelijkste grens ter wereld geworden: driekwart van de migranten die wereldwijd onderweg omkomen, sterft aan de Europese muur. De papieren muur van de EU maakt de ongelijkheid in het recht op vrijheid van beweging pijnlijk duidelijk.

Immigratie-management

Pas wanneer een asielzoeker uit een ‘negatief land’ illegaal over de Europese grens gaat, kan asiel worden aangevraagd. Enkel op een onveilige en onwettelijke manier is Europa dus bereikbaar. Reportages in kranten en op televisie laten de gevolgen van dit paradoxale beleid zien: via de hulp van mensensmokkelaars en rubberen bootjes proberen mensen hun onveilige land te ontvluchten. Asielzoekers wagen op deze wijze hun leven om te kunnen overleven. Regelmatig wordt dit beeld door politici en journalisten beschreven als ‘een golf’, of ‘tsunami, aan vluchtelingen die op de EU afkomt’. Door asielzoekers te vergelijken met natuurgeweld, wordt immigratie gecategoriseerd als crisis waar de EU enkel op kan reageren. Zo ontkent de EU haar aandeel in het ontstaan van een ‘vluchtelingencrisis’.

EU-immigratiebeleid is voornamelijk een poging tot management van een veronderstelde vluchtelingencrisis. De term management zegt het al: het beleid heeft een voornamelijk praktisch karakter en kent weinig ethische overwegingen. In 2015 kwam de EU met een tienpuntenplan vol technieken en programma’s waarmee immigratie gereguleerd kan worden. Dit plan is voornamelijk gericht op strengere grenscontroles en het tegenhouden van mensensmokkel over zee. De vraag is of het verder reguleren van immigratie de oplossing is. Immigranten kiezen, volgens migratie-socioloog Hein de Haas, pas sinds de oprichting van de EU (1992) in grote getallen voor vluchten per boot. Dit hangt direct samen met het Schengenvisum en andere verdragen op Europees niveau die de reguliere weg van immigratie geblokkeerd hebben.

Management van immigratie vindt niet enkel plaats aan de grenzen van Europa. Door verdragen te sluiten met landen aan de andere kant van de muur, probeert de EU ook de irreguliere manier van immigratie tegen te houden. Onderzoeksjournalist Linda Polman laat in haar boek ‘Niemand wil ze hebben’ zien hoe het sluiten van de buitengrens van Europa gepaard is gegaan met ‘een orgie van deals’ steeds verder Afrika in. In onder andere Soedan, Libië, Somalië, maar ook in Turkije, zitten vluchtelingen vast in detentiekampen die door de EU betaald worden. Door systematisch asielzoekers te weren, worden ‘tussenzones’ gecreëerd. Asielzoekers worden hier vastgehouden onder schrijnende omstandigheden zodat ze niet de overtocht naar Europa kunnen maken. Dit maakt het opmerkelijk dat alle lidstaten van de EU het Vluchtelingenverdrag van de Verenigde Naties hebben getekend. Wat is zo’n handtekening waard wanneer de EU vluchtelingen laat opvangen door landen die dit verdrag niet ondersteunen?

Uitzet-regime

Wanneer een asielzoeker er toch in slaagt Europees grondgebied te betreden, start een langdurige toelatingsprocedure. Bij deze toetsing wordt de waarheid en legitimiteit van het vluchtmotief van een asielzoeker bepaald. Vervolgens wordt in het desbetreffende EU-land besloten of de persoon in kwestie wel of niet veilig kan terugkeren naar het land van herkomst. Op basis van de uitkomst van deze procedure krijgt een asielzoeker de stempel legaal of illegaal. De ‘stroom aan asielzoekers’ kan op deze wijze in twee groepen worden verdeeld: legale immigranten en illegale immigranten. De laatste groep wordt Europees verblijf en burgerschap ontzegd en dient de EU te verlaten. De manier waarop de EU de stroom van asielzoekers probeert te controleren is een vorm van management van menselijke vrije beweging. Een asielzoeker wacht soms jarenlang deze toelatingsprocedure af. Wachtende in een asielzoekerscentrum lijkt een asielzoeker bevroren in een permanente staat van onderweg zijn, zonder keuze waar naartoe.

Toelatingsprocedures maken een hiërarchisch onderscheid tussen EU-burgers en asielzoekers. Politicoloog William Walters verbindt deze hiërarchische verhouding met het immigratiemanagement van de EU en beschrijft dit treffend met de term ‘uitzet-regime’. Asielzoekers, legaal en illegaal, riskeren ten alle tijden de kans uitgezet te worden en dienen te bewijzen Europese burgerrechten te verdienen. Ze zijn uitzetbaar. Gewaarborgde rechten hebben voor de EU één voorwaarde: Europees burgerschap. Dit maakt rechten, zoals vrijheid van beweging, voor Europese burgers vanzelfsprekend. De keerzijde is dat deze connectie tussen burgerschap en rechtsbescherming ‘vreemdelingen’,  een groep zonder Europees burgerschap,  kwetsbaar en rechtenloos maakt.

Wachten zonder uitzicht

Een uitzet-regimemaakt, naast ongelijkheid in bewegingsvrijheid tussen landen, ook ongelijkheid van behandeling binnen een democratische staat mogelijk. Asielzoekers hebben, eenmaal aangekomen in Europa, aanzienlijk minder bewegingsvrijheid in het dagelijks leven dan Europese burgers. Tijdens het wachten op de uitkomst van hun toelatingsprocedure, hebben asielzoekers nauwelijks mogelijkheden om te werken of een opleiding te volgen. Op deze manier worden asielzoekers enorm beperkt in de activiteiten die zij tijdens hun toelatingsprocedure kunnen ondernemen. Antropologiestudente Laura Huygen laat in haar documentaire ‘Wachtkamer’ zien wat er dan nog overblijft: liggen op bed, scrollen op Instagram ter afleiding, maar vooral het reflecteren op de afgelegde weg en piekeren over de toekomst. Een verblijfplaats lijkt niets meer dan een eindeloze wachtkamer.

Deze vrijheidsbeperkingen kunnen vervreemdend werken. Dit komt aan bod in een interview dat Laura afneemt met Mori: een jonge man die gevlucht is uit Iran. Momenteel verblijft hij in een asielzoekerscentrum in Heerlen, waar hij zijn toelatingsprocedure afwacht: ‘Ik ben mezelf verloren, begrijp je? Ik ben mezelf verloren. Waar is Mori? Waar is Mori gelukkig? Waarom kwam Mori op de wereld? Mijn naam is Mori. Ik moet een nieuwe Mori maken, voor een nieuw leven. Maar ik kan mijn nieuwe Mori niet maken. Ik kan mijn lichaam bewegen, maar mijn geest niet.’ Mori’s verhaal maakt duidelijk hoe hij fysiek kan bewegen, maar zich in Nederland hier toch onvrij in voelt. Hij kan niet kiezen waar hij heen gaat, zowel op lange termijn als op dagelijkse basis. Wachtend in een asielzoekerscentrum kan een asielzoeker zich vervreemd voelen van de eigen bewegingsvrijheid, voor zover deze vrijheid er nog is. Zonder einde in zicht wacht een asielzoeker in onzekerheid of de door hem of haar gekozen route kan worden vervolgd.

Schaakmat

Door immigratie-management probeert de EU asielzoekers af te schrikken om naar Europa te komen. De muur van Europa wordt hoger door de toename aan grenscontroles. De muur wordt ook verplaatst: Noord-Afrikaanse landen en Turkije zijn gevraagd immigratie tegen te houden. De EU lijkt als een eenheid te opereren, maar lidstaten concurreren onderling over de verdeling van asielzoekers die Europa inkomen. Toenemend nationalisme brengt een politiek van ‘eigen grens eerst’. De binnengrenzen die het Schengenverdrag heeft weggevaagd, zijn weer zichtbaar.

Het schaakspel dat EU-lidstaten onderling spelen, heeft nadelige gevolgen voor asielzoekers. Vele lidstaten proberen de opvang ‘onaantrekkelijk’ te maken in de hoop dat asielzoekers hun toevlucht in een andere lidstaat zullen zoeken. Asielzoekerscentra zijn hierdoor versoberd en toelatingsprocedures worden vertraagd. Bij een aantal asielzoekers dat Laura in Heerlen sprak, komt deze vertraging doordat lidstaten onderling in conflict zijn over welke staat verantwoordelijkheid dient te nemen. Melody gaf bijvoorbeeld, na een overtocht uit Nigeria, zijn vingerafdruk af in Italië. Hij werd niet welkom ontvangen en koos ervoor om door te reizen naar Duitsland. Momenteel bevindt Melody zich in Nederland. Zijn toelatingsprocedure is vertraagd doordat het onduidelijk was geworden waar hij wel en niet asiel mocht aanvragen. Als gevolg hiervan, kijkt hij al jaren toe hoe landen zijn asielaanvraag uitspelen. Pas hierna kan zijn toelatingsprocedure in Nederland starten.

Nederland noemt haar opvangbeleid ‘sober, maar humaan’: aan de ene kant moet er rechtsbescherming worden geboden, aan de andere kant moet dit het land niet te aantrekkelijk maken. De VN zetten echter vraagtekens bij de humanitaire doelstellingen van Nederland. Het langdurig vasthouden van mensen in een omgeving zonder rust, privacy en dagbesteding is een beperking van bewegingsvrijheid. Volgens de VN bestaat in Nederlandse asielzoekerscentra een slechte toegang tot rechtsbescherming, terwijl mensenrechten bij uitstek hier gerealiseerd moeten worden. ‘Waar beginnen, welbeschouwd, de universele mensenrechten? Op kleine plaatsen, dicht bij huis. Zo dichtbij dat ze niet te zien zijn op welke kaart van de wereld dan ook. Toch zijn ze de wereld van de individuele mens’ speechte diplomate Eleanor Roosevelt in 1958. Een recht als vrijheid van beweging krijgt pas betekenis wanneer ze lokaal wordt nageleefd.

Het immigratiebeleid dat EU lidstaten voeren, raakt de ethische visie kwijt waar de EU op is gefundeerd. Het blokkeren van reguliere wegen van immigratie door het Schengenvisum is een beperking in het vrij bewegen over grenzen. Daarbij staan slechte opvang en bewuste afschrikkingspolitiek niet in lijn met de universele rechten van de mens. Asielzoekers verliezen hun vrijheden in een gevaarlijk spel waar Europese lidstaten elkaar voor uitdagen. Praktische vraagstukken en onderlinge concurrentie overschaduwen de wil om mensenrechten te garanderen. Solidariteit ontbreekt in Europa tussen EU-lidstaten, maar ontbreekt vooral naar mensen op de vlucht.