Een verloren vriend

Hoe mijn opa en Klaas elkaar na vijftig jaar weer vonden

Tekst: Marije Nieuwland

Beeld: Date Nieuwland

Een paar jaren geleden ontving mijn opa (in het Fries ‘pake’) een onverwachte brief. De afzender was een uit het oog verloren jeugdvriend. De brief stond vol herinneringen aan hun kindertijd in het Friese dorpje Arum. Samen waren ze hier opgegroeid. Ze deden werkelijk waar alles met zijn tweeën. Maar het liefst stonden ze op het voetbalveld. Hun sterke band was, volgens pake, ook tijdens een potje voetbal terug te zien: ‘Klaas op de rechtsback en ik op de linksback. Niemand kwam erlangs’.

Vrienden uit andere zuilen

De hechte vriendschap was niet toevallig. Arum was in de jaren 30 een klein dorpje met een prominente gereformeerde kerk. Klaas kwam daarentegen uit een hervormd gezin en pake werd opgevoed aan de hand van de socialistische ideeën van Domela Nieuwenhuis. Al geloofde Klaas in God en pake niet, in Arum waren ze allebei buitenbeetjes. Op beide werd neergekeken. Wie niet gereformeerd was, moest een paar dorpen verder fietsen voor een fles melk. De periode van de Verzuiling werd in Arum gekenmerkt door de dominantie van de gereformeerde kerk. Het samen ‘niet-gereformeerd zijn’ oversteeg daardoor de onderlinge ideologische verschillen tussen de families van Klaas en mijn pake.

Toch zorgden diezelfde verschillen ervoor dat Klaas meer bij pake over de vloer kwam dan andersom. Klaas zijn vader was streng en gedisciplineerd. Bij hem thuis voelde het soms als een ‘militair regime’. Bij pake was er veel meer vrijheid, hier vond Klaas zijn rust. Dit veranderde niet toen pake in 1951 Arum verliet. Pake vertrok naar ‘de kweekschool’ (voorloper van de pabo) in Leeuwarden en werd meester. Toch was Klaas was nog steeds kind aan huis bij familie Nieuwland. Urenlang kon hij koffiedrinken met pake’s moeder.

In 1957 liet ook Klaas het dorp achter zich. Hij ging als agent aan de slag in Den Haag. In de loop der jaar verloren de vrienden elkaar uit het oog.

Gescheiden wegen

Twee levensverhalen gingen voorbij. Klaas bleef werken bij de politie in Den Haag. Hij werd verliefd, kreeg kinderen en bouwde in Rijswijk zijn volwassen leven verder op. Pake werkte even als meester in Sint Jacobie Parochie, maar vertrok al snel naar Leeuwarden om daar schoolhoofd te worden. Hij trouwde met een vrouw die Klaas nog aan hem had ‘voorgesteld’. Zij was verpleegster in het ziekenhuis waar Klaas in 1953 kort met een blindedarmontsteking lag. Zo drukte Klaas nog steeds indirect een stempel op pake’s leven.

Op dit punt waren de vrienden het zicht op elkaars levens verloren. Het was dan ook niet gek dat toen Klaas een paar jaren terug zijn zoektocht naar pake begon, hij startte in Leeuwarden. Hij had echter geen idee dat hij op het verkeerde spoor zat. De gemeente Leeuwarden wist waar pake inmiddels woonde, maar kon wegens privacyregels niet zomaar het adres geven. Een compromis werd gesloten: Klaas mocht een brief naar de gemeente Leeuwarden sturen, waarna deze vervolgens zou worden doorgestuurd naar pake. De brief belande in Groningen.

Mijn pake en beppe (Fries voor oma) zijn in 1997 halsoverkop naar Groningen verhuisd omdat mijn moeder was overleden aan een hersenbloeding. Ik was op dat moment één jaar oud. Mijn vader stond alleen voor mijn opvoeding. Pake en beppe hebben er toen voor gekozen om Friesland achter zich te laten om hun zoon te kunnen helpen. Klaas wist hier niks van af. In zo’n lange tijd kan veel veranderen.

Opnieuw opgebloeide vriendschap

Na langer dan vijftig jaar geen contact te hebben gehad, bloeide een oude vriendschap weer op. De vrienden schrijven elkaar maandelijks. Ze stellen elkaar op de hoogte van de jaren die ze hebben gemist uit elkaars levens, maar halen ook gedeelde jeugdherinneringen op. Pake stuurt vaak krantenknipsels op uit het dorpsblad van Arum, waar hij nog steeds abonnee van is. Toch heeft hij het idee dat Klaas weinig interesse in heeft in de dorpsnieuwtjes. Pake denkt dat Klaas niks meer van het dorp wil weten door zijn bittere familiegeschiedenis. In dat licht lijkt het bijzonder dat Klaas wel zoveel moeite heeft gedaan om zijn Arumse jeugdvriend weer te vinden. Misschien is hij, nu aan het einde van zijn leven, op zoek naar eenzelfde soort warmte en veiligheid als hij destijds bij pake thuis vond.

In de zomer van 2019 ontmoetten Klaas en pake elkaar weer. Klaas was toevallig met zijn kinderen en kleinkinderen op vakantie bij het Lauwersmeergebied. Zijn zoon wilde hem wel even voor een middagje naar Groningen brengen. Het was volgens mijn pake een emotionele ontmoeting. Na al die jaren was het gevoel van de vriendschap nog hetzelfde als op het voetbalveld. Drie uur lang zaten ze samen en toen ging de bel weer. Klaas zijn zoon stond voor de deur. De 86-jarige vrienden namen afscheid. Klaas had veel moeite met vertrekken. Naar zijn idee kon het weleens ‘het einde’ betekenen. Wellicht was het de laatste ontmoeting, maar vele brieven zullen ongetwijfeld nog worden verstuurd.