De man op de Dam

Tekst en beeld: Stephany Daal

De man staat op de Dam. Zingend, dansend, voorbijgangers groetend en duidelijk onder invloed van een verdovend middel. Zijn voeten vervuild, zijn kleren onverzorgd. Af en toe vraagt hij iemand om geld of sigaretten, maar hij gaat vrolijk verder met z’n dansjes als men weigert. De ene persoon loopt met een boog om hem heen, de ander schudt nog vriendelijk z’n hoofd maar maakt wel snel dat ie wegkomt.

Vanuit mijn zitplaats op de Dam sla ik het tafereel gade. Hoe moet het zijn om aan de andere kant van de maatschappij te staan? De kant waar je er eigenlijk niet meer bij hoort, waar mensen voor je uitwijken en je liever niet in de buurt hebben. De man blijft vrolijk verder dansen, maar zou hij zich minderwaardig voelen? Zou hij zich schamen voor de situatie waarin hij zit? De man komt plotseling mijn kant op en ik richt me snel op m’n boek. Ja, ik ben ook zo eentje die hem liever niet in de buurt wilt. Niet netjes van mezelf vind ik.

Dan komt er een vrouw langs op de fiets en ze vraagt of hij een jointje met haar wilt roken. De man accepteert gretig, een blijer gezicht kan haast niet, en vraagt een vriend van hem, die verderop zit, of ie ook mee wilt roken. Ze besluiten te gaan zitten en raken in gesprek. Lachend, serieuze blikken, hoofdschuddend. Uit de gesprekken die ik opvang wordt het duidelijk dat de vrouw en de man elkaar niet kennen.

Er komt een vierde persoon bij, een verzorgd uitziende jongeman die toevallig in de buurt zit en erbij wilt komen zitten. Het zonnetje schijnt en het is wel lekker vertoeven zo op de Dam. Het trio vindt het helemaal prima. Ik blijf gefascineerd naar het viertal kijken. Totaal verschillende mensen die van elkaars gezelschap genieten onder het genot van een jointje. Amsterdamser kan eigenlijk niet.