Competitiedrift in een online wereld

Het alsmaar meer en beter willen doen

Tekst: Paola Leijssen

Beeld: Oscar Slagveer

Dat we in een prestatiemaatschappij leven is oud nieuws. De één is er misschien gevoeliger voor dan de ander, maar iedereen heeft ergens wel een competitieve zelf. Is het niet op het gebied van werk, dan is het wel bij sport. De lat moet steeds hoger worden gelegd en wanneer je eindelijk het doel hebt bereikt waar je zolang naar toe hebt gewerkt, wil je meer en meer. Er is geen stop, geen rem. Daar is de prestatiegerichte sport-app Strava een heel goed voorbeeld van. De app registreert door middel van het GPS-systeem je routes en analyseert je sportprestaties. Ook kan je foto’s delen, worden mijlpalen beloond in een virtuele ‘trofeeënkast’ en kunnen mensen hun activiteiten vergelijken met anderen. Je kan iedereen die de app heeft volgen, van vrienden en familie tot bekende topatleten. En dat maakt de app juist zo leuk. Prestaties in hardlopen en wielrennen worden het meest geüpload, maar ook andere sporten zoals zwemmen, skiën, roeien, gewichtstraining worden met de buitenwereld gedeeld. De activiteiten van je volgers kan je vervolgens ‘kudos’ geven, de ‘ik-vind-het-leuk’ knop van Strava. Deze kudos geven je voldoening en een zetje in de rug. Je wilt je bewijzen, niet alleen aan jezelf, maar ook aan anderen. En dan kom je in een vicieuze cirkel. Je bent lekker aan het sporten. Je wordt steeds beter. Je gaat meer sporten. Je gaat jezelf vergelijken met mensen die betere tijden hebben dan jijzelf en je denkt: dat wil ik ook. Je verlegt steeds je doelen en merkt dat je steeds beter presteert. Het is een verslaving. Zit je eenmaal in die (runners) high, dan wil je alleen nog maar meer en meer. Het voldane gevoel na een activiteit geeft je nog meer drang om te gaan sporten. Het geeft je een kick. Maar dat niet alleen. Je leert ook andere routes kennen doordat je ziet waar mensen allemaal sporten: van een rondje rennen door het Central Park tot wielrennen in de Provence tot roeien op de Amstel. Het haalt je uit je ‘rituele’ rondje. Doordat Strava je activiteiten analyseert zie je ook je persoonlijke records en hoe je hebt gepresteerd in het algemene klassement, wat weer die competitiedrift naar boven brengt. Want waarom vijftigste in het klassement zijn als je ook in de top tien kan eindigen? Dus verleg je je grenzen weer en verbeter je je tijd. Zo zal de cirkel altijd rond blijven gaan. 

Echter is niet bij iedereen de drift tot prestatie zo sterk. Laatst vertelde ik een vriend dat ik erg teleurgesteld was dat ik 3 seconden boven mijn streeftijd zat van een hardloopsessie. Ook wanneer ik erg ontevreden ben over mijn activiteit, ik de sessie op privé zet zodat alleen ik hem kan zien. Hij moest enorm lachen. Hij gebruikt zelf ook de app maar heeft totaal geen drang om zichzelf voortdurend boven de anderen te willen bewijzen. De activiteiten van zijn volgers hebben maar weinig invloed op zijn eigen sportprestaties. Wel gaf hij toe dat wanneer Strava zijn activiteit niet goed had opgeslagen of het GPS-systeem niet werkte hij het gevoel had dat hij voor niks had gesport. Dat hij daar enorm gefrustreerd om kon worden. Ik kon me daar totaal in vinden en ik denk dat iedereen die Strava heeft het herkent. Soms vraag ik me dan af: waar zijn we toch met zijn allen mee bezig?