Een digitale overheid
Stel je voor dat je in een land woont waar je een ID-kaart krijgt dat zowel een reisdocument is, als een toegangspas tot de hele digitale wereld. Een pas waarmee je alle overheidszaken kan regelen, van het afsluiten van een verzekering tot het doorgeven van een verhuizing. Maar die ook functioneert als ov- en bonuskaart. Deze ‘digitale overheid’ functioneert al volop in Estland. En jij kan er ook een aanvragen!
Tekst // Carolien den Boer
Na de Sovjetbezetting, die tot 1991 duurde, was Estland nog een onbeschreven blad op technologisch gebied. Tijdens de bezetting werden de burgers afgeschermd van het opkomende internet. Na de onafhankelijkheid wilde zij deze achterstand snel inhalen, en al snel kreeg heel Estland een goede internetdekking. Een achterstand die niet makkelijk te overkomen was, werd dankzij het internet toch overbrugd.
Estland is een erg dunbevolkt land met slechts 1,3 miljoen mensen op een oppervlak dat zelf net iets groter is dan Nederland. Reistijden naar bijvoorbeeld overheidsloketten zijn hierdoor vaak lang. Om de reistijden zo ver mogelijk terug te dringen, of zelfs onnodig te maken, werd de digitale ID-kaart in het leven geroepen. Deze werd al in 2000 geïntroduceerd.
Lege loketten
In het gemeenteloket begint een laagje stof zich te verzamelen op de wachtbanken. De twee vrouwen achter de balie zijn bezig aan hun zoveelste potje patience voor die dag. Wie in Estland is en een van deze loketten binnen zou stappen, zou dit tafereel zomaar kunnen aantreffen. Sinds de digitale ID-kaart is geïntroduceerd, zijn de lange reistijden niet langer de grootste reden dat het hier zo rustig is. De loketten zijn haast overbodig geworden. Iedereen kan nu via het internet overheidszaken regelen: verhuizingen doorgeven, belasting betalen en stemmen bij verkiezingen. Allemaal met de digitale ID-kaart.
Tobias Koch, een medewerker bij de e-Estonia Showroom in Tallinn, vertelt hoe deze digitale overheid werkt. De Estse ID-kaart verschilt van reguliere ID-kaarten doordat er een kleine chip in zit zoals bij bankpassen. Met een apparaatje dat een identifier heet kan deze chip worden gelezen. Om er zeker van te zijn dat de kaart echt bij de gebruiker hoort, moeten er twee verschillende codes worden ingevoerd. De eerste is ter identificatie. Net zoals een persoonlijke pincode op een pinpas bewijst deze dat de kaart bij jou hoort. De tweede code werkt hetzelfde maar kan gebruikt worden om ‘te ondertekenen’, zo kan je bijvoorbeeld digitaal ook een rechtsgeldig contract tekenen.
Vechten tegen corruptie en hackers
Tobias vertelt dat hij kan zien wie zijn gegevens allemaal opvragen. Op het moment dat hij naar een dokter gaat, kan de arts zijn gegevens opvragen middels zijn eigen persoonlijke ID-kaart. Er wordt eerst gecheckt of deze persoon wel bevoegd is om toegang te krijgen tot deze informatie: een parkeercontroleur kan Tobias’ medische gegevens bijvoorbeeld niet inzien. ‘Ik krijg ook elke keer een melding als iemand mijn gegevens inziet’ Tobias scrolt op zijn telefoon door een lijstje, ‘zo kan ik zien dat mijn dokter op 24 februari mijn medisch dossier heeft opgevraagd. Dat klopt, want ik was die dag bij hem’. Als een arts jouw gegevens opvraagt zonder duidelijke reden kun je hiervoor een aanklacht indienen. In hetzelfde systeem kan Tobias ook zien welke rekeningen de arts indient bij zijn verzekering. Door deze transparantie worden er minder onterechte claims ingediend en is de corruptie in Estland verminderd.
Het is Estland inmiddels gelukt om alle overheidsdiensten ook online aan te bieden. De enorme digitale database die inmiddels is opgebouwd bevat informatie van alle inwoners van het land; een ware schatkist voor hackers. Sinds de lancering van de digitale ID-kaart wordt getracht alle gegevens te beschermen tegen hackers van buitenaf door een zo sterk mogelijk systeem te bouwen. ‘Er zou in principe niets fout kunnen gaan,’ zegt Varun Sharma die voor het ministerie heeft gewerkt waar de digitale ID-kaart onder valt, ‘maar als dat wel gebeurt, dan hebben we gelukkig nog back-ups’. Hij doelt hiermee op de data embassy die Estland heeft opgezet in Luxemburg. In deze ambassade is een volledige back-up van de belangrijkste digitale data te vinden.
Digital nomads welcome!
Voor iemand die geen Estse nationaliteit heeft, is het sinds kort toch mogelijk om ook deze digitale identiteitskaart te krijgen. In 2014 opende Estland haar ‘digitale’ grenzen voor digital nomads. Sindsdien hebben meer dan veertigduizend mensen zich aangemeld voor het e-Residency program. Om toegelaten te worden tot de e-Residency wordt een individu eerst gecontroleerd door de Estse politie en grensbewaking. Ze ontvangen daarna een soortgelijke ID-kaart als de Esten zelf gebruiken. Varun vertelt dat de kaart wat technologie betreft hetzelfde werkt, maar dat het voor deze groep geen reisdocument is. E-Residents krijgen toegang tot de digitale infrastructuur die Estland heeft ontwikkeld, maar biedt geen politieke en diplomatieke binding met het land. ‘E-residents can not vote unless they vote on their company’s decisions’ zegt Varun.
Maar waarom willen veertigduizend mensen zo graag gebruik maken van de Estse digitale infrastructuur? Er zijn verschillende voordelen aan verbonden. Zo is het een manier om tijd te besparen: door middel van de identifier is het zelfs mogelijk om documenten te ondertekenen die rechtsgeldig zijn. Voor bedrijven waarvan de managers verspreid over de wereld wonen is dus mogelijk om van overal waar een internetverbinding is een bedrijf te runnen. Waardoor ondernemers niet meer geboden zit aan een kantoor of contracten rond moet sturen met aangetekende post. Ook geeft het e-Residency programma de mogelijkheid voor bedrijven om deel te zijn van de Europese markt, wat direct een groot afzetgebied betekend.
Zo succesvol als de digitale ID-kaart was, zo veel profijt heeft Estland ook van het e-Residency. Uit een studie gedaan door Deloitte bleek dat voor elke euro die Estland in het programma heeft geïnvesteerd er 101 euro terug het land in komt. Gemiddeld is dat zo’n zeventigduizend euro per bedrijf. Dit geld komt in Estland terug via verschillende wegen. De meest voor de hand liggende is via de belastingen die de bedrijven moeten betalen. Maar ook wordt een groot gedeelte van het geld geïnvesteerd in Estse bedrijven en ontstaan er mogelijkheden voor nieuwe bedrijven om te ontwikkelen. Ook heeft het programma extra toerisme naar het land gebracht. Een deel van deze reizigers zijn er om meer te leren over de digitale ID-kaart en e-Residency. Verder heeft het bij veel mensen Estland op de kaart gezet. Veel toeristen zeggen ook dat zij pas van Estland hebben gehoord toen ze van deze programma’s hoorden, vertelt Varun.
Waar Estland zichzelf op de kaart zet, zijn alle e-Residents juist bevrijd van de grenzen op de kaart. Voor wie zich niet ziet werken vanuit een kantoortje in Nederland, maar liever als ware antropoloog tussen de Bedoeïenen zijn geld wil verdienen met een reisblog als ware digital nomad. Of als wereldburger graag elk jaar op een ander continent woont, kan altijd nog dankzij e-Residency geld blijven verdienen. En voor steeds reislustigere generaties zal deze digitale ID-kaart een uitkomst kunnen bieden om hun dromen waar ook ter wereld waar te kunnen maken. Tenminste, zolang er WiFi is.