Cultuur met een kleine k /// Op antropologie in de sportschool

Chris Hellwig –

De heersende gezondheidsrage is het instrument om je leven in eigen handen te nemen. Wij hoeven geen slaaf van de structuur te zijn en dik te worden zoals de consumptiemaatschappij dat graag wil. Wees daadkrachtig en kom in verzet tegen de groeiende massa op je buik.

De gezondheidsrage trekt steeds meer mensen naar de sportschool, dit is niet alleen een verzamelplaats voor de uitoefening van verzet tegen de dominante consumptiestructuur, maar ook een plek voor gemeenschapsgevoel en cultuur. Terwijl iedereen staat te hijgen wordt toch onbewust een gevoel van gedeeld leed gecreëerd. Deze gemeenschappelijke factor wordt versterkt door een collectieve discipline en een abnormale schaamteloosheid voor zweet, pus en van dat soort lichaamssappen. De bevolking van deze gemeenschap ondergaat een gezamenlijke lijdensweg, vergelijkbaar met de Tartarus uit de Griekse mythologie. Overal waar je om te heen kijkt, verduren mannen en vrouwen een herhaaldelijke lichamelijke straf om te boeten voor de zonden van hun eetgedrag. Zoals Foucault schrijft in Discipline and Punish: The Birth of the Prison zijn lichamelijke straffen tegenwoordig vervangen door het straffen van de geest. Als het ware is de hele samenleving gebaseerd op de geest. Met de opkomst van het informatietijdperk, treedt het belang van het lichaam naar de achtergrond. Maar waar komt deze intrinsieke behoefte om te sporten dan vandaan?

De bloeitijd van de evolutietheorie van Darwin heeft wat Edward Tylor zou noemen enkele survivals achtergelaten. Dit zijn restjes cultuur, uit een andere tijdsperiode, die niet per se een duidelijke functie in de hedendaagse samenleving hebben. Echter, deze survivals noem ik een vorm van verzet, of de antithese tegen de domante opvattingen.

In de structuur van het kapitalisme en de consumptiemaatschappij, wordt macht verkregen door het bezit van geld. We leven in een tijd waarin medici en wetenschappers dusdanig zijn ontwikkeld dat natuurlijke factoren niet meer de meest waarschijnlijke doodsoorzaak zijn. De rijkste mensen zullen het langste leven omdat zij levensbedreigende factoren met dure technologie kunnen bestrijden. Ook verschuilen we ons achter de veilige muren van de stad en cultiveren we het land. We controleren de omgeving opdat we helemaal geen contact met de onvoorspelbaarheid van de natuur hoeven te hebben. Dit betekent dat evolutie tegenwoordig gaat over erfenis en the survival of the fittest over diplomatie. Desondanks heerst er nog een survival uit een pre-urbane periode die beweert dat ons lichaam gezond moet zijn. Deze survival is een verzet tegen de structuur waarin gezondheid wordt gekocht en misschien wel onderdeel is van een iteratief patroon. Dit omdat de dialectiek tussen natuur en geest inherent een herhalende is, zoals de Romantiek (de natuur) volgde op de Verlichting (de geest), gaat dit proces nu weer verder. Het belang van de geest in het informatietijdperk wordt langzaamaan ondermijnd door een groeiende focus op het lichaam. Dit idee trekt steeds meer mensen naar de sportschool met in hun achterhoofd dat de gezondheid van het lichaam, in plaats van de gezondheid van hun bankrekening, een afspiegeling van intelligentie en macht is.

Dus verzet je! Maar met mate, want een gezonde geest hoeft een gezond lichaam niet uit te sluiten. Zoals Juvenalis zei: ‘mens sana in corpore sano’. Zo is een relativistisch perspectief met een beetje van beide toch het gezondst.

Een gedachte over “Cultuur met een kleine k /// Op antropologie in de sportschool

  • 17 november 2014 om 10:50
    Permalink

    Chris wat een mooi geschreven een boeiend stuk, dank je wel!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.