Een existentiële storm

Het ongemak van tussenfases

Tekst: Floor van der Wulp

Beeld: Oscar Slagveer

‘En wat ga jij volgend jaar doen?’, vraagt mijn o-zo-lieve tante op het familiefeestje waarin informatie-gaten in sneltreinvaart moeten worden ingehaald. Stamelend geef ik antwoord dat ik dat nog niet helemaal zeker weet, maar dat ik twijfel tussen antropologie en Liberal Arts and Sciences, maar dat ik het eigenlijk allemaal nog niet weet en dat ik het nog wat verder moet uitzoeken. Ik lach wat ongemakkelijk en probeer snel de aandacht te verschuiven naar een ander onderwerp, zolang ik maar niet langer in de schijnwerpers sta. Toch kan ik het niet negeren: dat knagende gevoel van een gebrek aan een basis-identiteit op het moment dat je niet studeert, werkt of ‘weet wat je met je leven wil’. Ik ben een schip in een storm en klots hondsmoe van links naar rechts wanneer de volgende golf van vragen zonder antwoord me het spoor bijster maakt. Het constante ongemak van een gebrek aan existentiële houvast wandelde flierefluitend mijn leven binnen, maar volgroeide zich tot een monster dat steeds harder ging schreeuwen. De knoop doorhakken over wat ik wilde studeren was sublieme bevrijding. De basis ligt er en de existentiële crisis is afgewend. Het schip vaart weer een rechte koers. Voor nu. Totdat het tijd is voor mijn masterkeuze, die eerste ‘volwassen’ baan of een andere keuze die mijn leven flink op zijn kop zal zetten.

Deze tussenperiodes waarin je het één, bijvoorbeeld middelbare scholier, niet meer bent, maar het andere, bijvoorbeeld student, ook nog niet, zijn niet nieuw. Arnold van Gennep, een bekende antropoloog, omschreef deze fase al ruim honderd jaar geleden in zijn boek Les Rites de Passage. Hij analyseerde overgangsrituelen, zoals huwelijken en begrafenissen, waarbij er volgens hem sprake was van een fase van liminaliteit. In deze fase worden vaststaande identiteiten doorbroken en val je opeens tussen sociale classificaties. De fase kenmerkt zich door ambiguïteit en vaagheid. Juist deze liminale fase komt goed naar voren op het familiefeestje, maar is eigenlijk heel breed in de samenleving te vinden. Denk maar aan het moment waarop het al duidelijk is dat een echtpaar gaat scheiden, maar de papieren nog niet officieel zijn ondertekend, maar ook aan de talloze afgestudeerden die maandenlang solliciteren voordat ze aan een baan kunnen beginnen.

Waarom voelen we toch zoveel ongemak op het moment dat we tussen twee fases in zitten? We proberen vaak obsessief alles in onze omgeving te classificeren om een wereld te creëren die we kunnen begrijpen. Mensen of dingen die moeilijk te classificeren zijn, zoals jongeren in hun tussenjaar of een koppel dat date zonder een label te plakken op wat ze zijn, maken ons soms ongemakkelijk omdat we niet goed weten hoe we dit zó kunnen interpreteren dat het in ons wereldbeeld past. Voor jezelf is het ook heel fijn om een identiteit te hebben en een narratief te creëren over wie je bent. Wanneer dit niet lukt, leidt het tot frustratie en onzekerheid. Dus de volgende keer dat je tante met welgemeende nieuwsgierigheid vraagt wat je gaat doen met je leven, leg haar dan uit dat je met man en macht aan de liminale fase probeert te ontsnappen en of ze je daar even de tijd voor wil gunnen.