LGBT-rechten als mensenrechten – Een nieuwe scheiding tussen het Westen en de Rest?

Tekst /// Dunya Veenhof

Beeld /// CityofStPete 

Het thema van het antropologische congres Namgis, georganiseerd door ASV Kwakiutl, was dit jaar ‘macht en sociale verandering’. De keynote werd voor zijn rekening genomen door Miguel Vale de Almeida, die als LGBT-activist, antropoloog en professor aan de ISCTE-IUL (universiteit van Lissabon) sociale verandering heeft bereikt in zijn thuisland Portugal. In 2009 werd hij gekozen als parlementslid en mede door zijn inspanningen werd in 2010 eindelijk het homohuwelijk toegestaan; middels een referendum werd een overweldigende meerderheid behaald. De dag na het congres besprak ik met hem de LGBT-rechten op internationaal niveau.

Op dit moment fungeren de LGBT-rechten op internationaal niveau haast als een lakmoestest om te meten hoe geciviliseerd een land is. Waar LGBT’s aan de ene kant steeds meer rechten krijgen, worden ze aan de andere kant van de wereld steeds meer gezien als criminelen en als een gevaar voor de samenleving. Deze ontwikkeling is vermengd met koloniale relaties. De verbetering en verslechtering van de positie van LGBT’s is behoorlijk paradoxaal. Ik illustreer dit aan de hand van drie voorbeelden, namelijk Rusland, Oeganda en Argentinië.

De promotie van LGBT-rechten vormen een nieuwe dichotomie tussen het westen en niet-westen

Toen in 2014 de Olympische Winterspelen werden gehouden in Sotsji ontstond er controversie. Poetin had vlak daarvoor namelijk een wet ingesteld in Rusland die de promotie van ‘niet-traditionele seksuele relaties’ verbiedt. Voor veel mensen betekende dit dat Nederland als liberaal land niet kon feesten op een plek waar mensenrechten worden geschonden. En alhoewel in 2014 het gelijke huwelijk nog niet eens toegestaan was in de Verenigde Staten, besloot president Obama om deze reden niet naar Rusland te gaan. De promotie van LGBT-rechten vormen een nieuwe dichotomie tussen het westen en niet-westen. Het gezin is de hoeksteen van de samenleving en om een sterk land te bouwen, zijn er kinderen nodig. Dat andere landen zich met de reproductie bemoeien, is een aantasting van de natiestaat. Tegelijkertijd versterkten anti-sentimenten jegens andere landen de eigen natiestaat. Voor Rusland zijn de LGBT-rechten nu een verdelend moment waarbij het westen zich niet moet bemoeien met hoe het land wordt gevormd en welke andere normen en waarden er heersen.

Miguel Vale de Almeida

In 2014 werd in Oeganda een anti-homoseksualiteitswet ingesteld, waardoor seksuele relaties tussen mensen met hetzelfde geslacht gecriminaliseerd zijn en in het ergste geval kunnen leiden tot de doodstraf. Het paradoxale aan Oeganda is dat het tegelijkertijd de invloeden zijn van het Westen die ervoor hebben gezorgd dat de LGBT-emancipatie zo slecht gaat. Tijdens de koloniale tijd waren het de Britten die homoseksualiteit verboden, terwijl homoseksualiteit toen normaal was in Oeganda. Op dit moment beïnvloeden evangelische  groepen uit de Verenigde Staten Oeganda. Dit is paradoxaal, aangezien antropologen de missionarissen en het christendom als oerversie zien van het kolonialisme. Nu zijn het de evangelische groepen die door middel van financiële steun anti-neokoloniale gevoelens aanwakkeren met als symbool van het kwaad de LGBT’s uit het westen.

In Argentinië ging de acceptatie van de LGBT-rechten relatief snel. Toen in Spanje het gelijke huwelijk was geaccepteerd, ontstond er meteen een goed georganiseerd netwerk tussen Spaanse en Argentijnse LGBT-activisten en ngo’s die elkaar steunden. Spanje werd op deze manier een centrum van nieuwe ideeën voor Latijns Amerika. Want alhoewel de historie tussen die landen zorgt voor veel ongelijke machtsrelaties gebaseerd op een koloniale geschiedenis, is er een culturele relatie die wel van belang is. Argentinië is progressief op het gebied van LGBT-rechten, maar tijdens deze ontwikkeling maakte de katholieke kerk duidelijk dat abortus niet geaccepteerd mocht worden. Dit laat ook zien dat op dit moment in de internationale sfeer LGBT-rechten gezien worden als belangrijk, en dat daardoor vrouwenemancipatie op een lager pitje staat.

Er is als het ware een tweestrijd bezig tussen de implementatie van de LGBT-rechten als mensenrechten en de invloed van religie bij de acceptatie van LGBT’s. In Rusland zijn het orthodoxen die strijden tegen homoseksualiteit. In het Midden Oosten wordt de Islam gebruikt als legitimering van het doden van homoseksuelen, lesbiennes en transgenders. En in Oeganda, maar ook in verschillende Latijns Amerikaanse landen, zijn het de evangelisten die tegen de acceptatie zijn. Volgens Miguel Vale de Almeida is het van zowel de religieuze als de emancipatorische kant een reactie op het neoliberalisme. De religieuzen zien een wereld in decadentie. Door het alsmaar groeiende neoliberalisme is er een grote sfeer, namelijk die van consumptie en financiën, van de samenleving die ontastbaar en oncontroleerbaar is. Maar mensen zijn wel controleerbaar in hun moraliteit, en op die manier is hun lichaam te controleren in de vorm van reproductie. Tegelijkertijd doen mensen die strijden voor de LGBT-rechten hetzelfde. De economische sfeer en de economische gelijkheid is nauwelijks te beïnvloeden, maar wel de morele gelijkheid: ervoor zorgen dat alle mensen op de wereld dezelfde rechten hebben. Postkoloniale relaties kunnen ervoor zorgen dat de LGBT-rechten verbeteren, maar ook dat ze het symbool worden van een negatieve bemoeienis van het altijd beter wetende Westen. De emancipatie van LGBT’s is dus gebonden aan een ideologische machtsstrijd.

 

Bekijk hier de aftermovie van het Namgis congres, gemaakt door ASV Kwakiutl: 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.