Het ligt op het puntje van mijn tong
Hebbes!
Tekst en beeld: Jolin Ordelman
Ontkiem: het ontbijt ontdooit en onthult een ontzettende ontplooiing. Deze ontdekking ontnuchtert me en ontvlamt een ontwerp ter ontsnapping,een ontroerende ontwikkeling. Niet te volgen dit. Het rolt uit een zoekmachine wanneer ik vraag naar woorden die beginnen met ‘ont’. Ik ben benieuwd naar hoe woorden worden gevormd: hoe kunnen tien letters op een rijtje iets betekenen? Onthul de ontferming over ‘ontsnappen’.
Het woord ‘ontsnappen’ dateert uit de zeventiende eeuw, toen het ‘snel en handig ontnemen’ betekende. Vandaag definieert Van Dale het in drievoud: 1. aan iets of iemand ontkomen, 2. aan de zintuigen ontgaan en 3. niet duidelijk worden. In alle drie de gevallen ontsnap je telkens aan iets anders. In deze betekenissen: een ander, de zintuigen of de geest. Dit laatste gebeurt als een droom die je ontglipt of een gedachte waar je opeens niet meer op komt. Het woord lijkt glibberig, je kunt er niet volledig grip op krijgen. Als ik ‘ontsnappen’ op een papiertje schrijf, trek ik automatisch een kader om ‘ont’ en ‘snappen’, dus laten we mijn intuïtie volgen en beide delen apart ontleden.
Woordenbrij
De drie letters van ‘ont’ hebben samen twee definities. Als ‘ont’ voor een ander woord staat, kan het een verwijdering of tegenstelling tot dat woord betekenen, zoals in de woorden: ontdekken, ontkalken, ontknoping en ontkennen. Daarnaast kan ‘ont’ ook terugslaan op het begin van een handeling: ontbijten, ontvlammen, ontrafelen en ontkiemen. Deze tweesprong ontstond op twee plekken. De eerste betekenis, als tegenstelling of verwijdering, komt van het Griekse voorvoegsel ‘anda’, dat ‘anti’ werd en vergroeide tot ‘ont’. De andere invulling komt waarschijnlijk vanuit oude Germaanse talen waarin ‘in’ een begin (beg-in) aanduidde en zich later tot ‘ont’ vormde. Los van snappen, betekenen deze letters dus een contrast of een start.
‘Snappen’ eigende zich door de jaren heen veel betekenissen toe. Het begon in 1437 als ‘babbelen of druk praten’ en gleed in 1573 in een nieuw jasje van ‘snel pakken of grijpen’. Deze metamorfose heeft volgens de Etymologiebank mogelijk te maken met een groep gerelateerde woorden: snakken, snuiven, happen, snikken en snuiten. Allemaal hebben ze te maken met een ‘krachtige of schokkende ademhaling’. Snappen ook. Als ‘babbelen’ is het een vlotte manier van praten over luchtige onderwerpen met zinnen die bijna als pufjes de mond verlaten. De link met grijpen wordt duidelijk in: snakken, happen naar adem of het dichtklappen van een mond. In alle gevallen maak je een vluchtige beweging, in de mond of met de handen.
Een eeuw later kon je met het woord ook iemand betrappen: gesnapt! En pas in 1888 kreeg het de betekenis van begrijpen: je snapt er niks van! ‘Begrijpen’ en ‘bevatten’ hebben eenzelfde relatie tot het fysieke ‘pakken’ in hun achterwerk (‘grijpen’ en ‘vatten’). Deze woorden lijken een verlangen naar vastpakken, houden en duiden uit te drukken. En het voelt bijna alsof je iets dat beweegt wil stilzetten of wil opsluiten. Vandaar dat je uit een gevangenis ‘ontsnapt’. Het lichamelijk grijpen, vertaalt zich in deze woorden naar een geestelijk verlangen om iets vast te pakken. Lukt dit, dan volgt ontlading: Eureka! Naast het verlangen om iets fysiek of mentaal te vangen, kleeft er een tijdsduur aan ‘snappen’. Het is een snel woord; je grist iets uit de lucht, maakt terloops een gevatte opmerking of bent een vlotte babbelaar. Grappig genoeg kom je dit tegen in zijn letterlijke vorm in het Engels: to snap. Je kan een snap judgement maken (snel besluit), met je vingers knippen (‘oh, snap’), of je kan in één tel tegen iemand uitvallen (‘to snap at someone’). Of het toeval is weet ik niet. Precies deze gedachtekronkels maken voor mij de ongrijpbaarheid duidelijk die woorden met hun betekenis proberen te dekken. Tegelijkertijd vallen de woorden ‘ongrijpbaarheid’ en ‘duidelijk’ me op in de vorige zin. Ze leggen de paradox bloot die ik probeer te beschrijven. Hiermee ontsnapt het woord ‘ontsnappen’ aan zijn eigen uitleg.
Verteken de betekenis
We spreken met elkaar af wat woorden betekenen, maar in realiteit raakt dit soms onverwachts in de knoop. ‘Ontsnappen’ wordt ont-babbelen, ont-grijpen en ont-betrappen. Ik schrijf ‘ont’ en ‘snappen’ los van elkaar zodat ze iets anders tegen elkaar zeggen: enerzijds ‘loskomen van begrijpen’ en anderzijds ‘beginnen te begrijpen’. Hierdoor dekken ze samen een nieuwe lading en maakt dit iets inzichtelijk wat voorheen onduidelijk was. Een voorbeeld? Ontologie. De filosofie die de basis, het begin van dingen probeert te begrijpen. En dit doet door alle chaos te destilleren tot iets wat te bevatten is, waar je grip op kan krijgen en verder op kan bouwen. We zoeken houvast. Is het ironisch of hypocriet om onduidelijke knopen vast te willen pakken, te begrijpen?
Hetzelfde doe ik in deze tekst. Ik leg de letters vast in woorden die iets zinnigs in zinnen moeten zeggen. Ik gebruik enter, tab en backspace om het tot een geheel te vormen. De hele tekst voelt alsof die op het puntje van mijn tong ligt, maar ik kom er net niet bij. Momenteel staat er nog <kopje1> en <kopje2> waar straks iets zinvols moet staan. Het is een poging om een brij aan gedachten te vertalen naar een ander, de lezer. Maar hoe hard ik ook kneed en de woorden in een structuur probeer te duwen, het blijft vloeibaar en de lezer kan er mee doen wat die wil. Ook dat wil ik. Nu ik erover nadenk, zit deze wrijving in de dubbele betekenis van ‘ont’. Aan de ene kant begin ik een leeg A4’tje te vullen met een verhaal dat ergens op moet duiden. Aan de andere kant staat dit haaks op het centrale woord van het verhaal, dat aan duiding ontsnapt. Ik probeer de ongrijpbaarheid die de nieuwe betekenis dekt te begrijpen, terwijl het me juist leert te ontsnappen aan begrip.
Deze definitie voelt onwennig. Ik ben gewend aan cijfers, argumenten en rapporten, waarin de meest complexe systemen bestaan uit nullen en enen. Alles zit vast en moet te duiden zijn. Vandaar dat Nederland zichzelf een kenniseconomie noemt: we groeien van de kennis die we produceren. In een debat moet je jezelf onderbouwen door referenties naar een archief van kennis. Niet alleen dat, je moet ook nog eens in jezelf kunnen kijken en verwoorden wat daar gaande is: introspectie.
Constant zijn we bezig dingen in flux stil te zetten: te vatten. Daardoor zien we veel over het hoofd. We vinden het frustrerend als ons iets door de vingers glipt, terwijl we genieten van de momenten waarop iemand iets door de vingers ziet, wanneer iets mag wat niet ‘hoort’ of ‘past’. Het is spannend, soms eng, als het niet te bevatten is. Door ‘ont’ en ‘snappen’ los van elkaar te schrijven, komt dat gevoel dichterbij. Lekker even niet begrijpen, duiden, gedachten laten razen, uitwaaien. Het was even zoeken in de woorden, maar ik heb er iets gevonden. Alomvattend is het niet, en dat is het nu juist. Het woord ‘ontsnappen’ begint bij niet willen snappen.