Terug naar mijn eigen land
Tekst en beeld /// Nina Rijnierse
‘Lekker drinken, lekker drinken!’ schalt de stem van een frisdrankverkoper over het Marina-strand nabij de stad Tetouan. In de badplaats zijn tegenwoordig, naast vakantiegangers, steeds meer Nederlanders met Marokkaanse roots te vinden die permanent in het land zijn gaan wonen en werken. Er is sprake van een trend: jonge Marokkaanse Nederlanders die in tegenovergestelde richting van hun (groot)ouders hun geluk beproeven in Marokko. Wat drijft jonge Marokkaanse Nederlanders zich te vestigen Marokko?
Op een van de strandbedjes ligt Khadija (26), die sinds augustus 2015 haar woonplaats Leusden voor Tanger verruilde en in Marina geniet van een korte vakantie. De rest van het jaar werkt ze bij Ino Jobs, een onderneming die Nederlandse en Belgische werknemers werft voor bedrijven in Marokko en hen begeleidt tijdens hun overstap naar het land. Even verderop zitten de zussen Firdaouss (25) en Choukayra (20) uit Veenendaal. Firdaouss woont weliswaar niet in Marokko, maar is er af en toe voor de trainingen die ze geeft aan de Nederlandstalige werknemers van callcenters.
Steeds meer Belgische en Nederlandse bedrijven vestigden zich de afgelopen jaren in Marokko. Het is een goedkope plek voor het uitbesteden van hun back office: de klantenservice, telefonische verkoop en technische onderdelen van een bedrijf kunnen er met lage kosten gerund worden. Zo zit een onderdeel van energieleverancier Essent in Rabat, maar ook Mobistar, het Belgische KPN. Taxidienst Uber handelt vanuit Casablanca de Nederlandse klantenservice af. Volgens Nieuwsuur steeg het aantal Nederlandse en Belgische bedrijven tussen 2010 en 2014 elk jaar met twintig procent en Ino Jobs heeft alleen het afgelopen halfjaar al zestig Nederlanders en Belgen geplaatst.
Ook al ben ik een buitenlander in Marokko, ik hoef hier geen deuren open te breken
Toen de werkgelegenheid in Marokko Khadija ter ore kwam, was de keuze voor haar snel gemaakt. Ze draait er niet omheen: ‘Ik kreeg stress van Nederland. We weten allebei wat ik bedoel’, zegt Khadija, doelend op haar Nederlands-Marokkaanse roots en de negatieve connotatie die daar volgens haar aan kleeft. Ze solliciteerde zich te pletter, maar werd vaak afgewezen, ondanks haar ruime ervaring in de gehandicaptenzorg. Cynisch zegt Khadija: ‘Ze zeiden: “Ga terug naar je eigen land.” Dus ja, dat heb ik nu maar gedaan.’
Latifa Azzouzi, werkgeefster van Khadija, bevestigt het verhaal van Khadija: ‘Steeds wordt weer benadrukt dat ze uit Marokko komen, hoewel de meeste jongeren gewoon in Nederland geboren en getogen zijn. Daarnaast ontwikkelt Marokko zich op economisch vlak positief. Mensen denken dan: “Nou, inderdaad, ik ben Marokkaan. Ik heb daar blijkbaar een kans, waarom doe ik dat dan ook niet?”’
Maar niet alleen het negatieve klimaat in de Nederlandse samenleving speelt een rol: met negenduizend Marokkaanse dirham (negenhonderd euro) per maand verdienen de Nederlandse werknemers in callcenters evenveel als een Marokkaanse dokter. Daarnaast benadrukt Latifa dat de werknemers nu steeds vaker hoogopgeleid zijn, een gezin hebben en bewust kiezen voor een nieuwe uitdaging in Marokko.
Uiteindelijk zijn wij, hoe dan ook, gewoon Nederlanders
Of de beweegreden nu positief of negatief is, wanneer de overstap naar Marokko eenmaal gemaakt is, onderschatten de meeste mensen het cultuurverschil. Werken in Marokko blijkt vaak niet hetzelfde als er vakantie vieren. Latifa: ‘We denken dat het wel mee zal vallen omdat onze ouders uit Marokko komen. Maar uiteindelijk zijn wij, hoe dan ook, gewoon Nederlanders.’
Latifa denkt dat het ligt aan de gestructureerde manier waarop Nederlanders hun leven inrichten, terwijl Marokkaanse werkgevers vaak vage afspraken maken. Lachend: ‘Dan raken de Nederlandse werknemers al meteen gefrustreerd.’ Wel merkt Latifa op dat ze al snel werd gezien als één van hen: ‘Ik was niet van hier, dat hoorde je ook aan me, want ik sprak geen Frans of Arabisch toen ik hier kwam. Dat is het mooie aan Marokko, het is een heel open cultuur. Ook al ben ik een buitenlander in Marokko, ik hoef hier geen deuren open te breken.’
Op de vraag hoe de vrouwen de toekomstige ontwikkelingen van deze migratietrend zien, antwoorden ze beiden verschillend. Khadija ziet haar eigen toekomst in Nederland somber in en is daarom nog niet van plan snel terug te zullen keren. Ook denkt ze dat meer jongeren haar zullen volgen naar Marokko. ‘Zeker na de aanslagen (doelend op de aanslagen in Parijs en Brussel, red.) is het alleen maar erger geworden in Nederland’, zegt ze, terwijl haar vrienden instemmend knikken.
Latifa blijft voor haar bedrijf nog wel even in Marokko en hoopt dat er nog veel meer Nederlanders met Marokkaanse wortels naar Marokko zullen komen. ‘Niet omdat het in Nederland zo slecht gaat, maar om ze in te laten zien wat voor een prachtige roots ze eigenlijk hebben.’ Ze spreekt uit eigen ervaring: ‘Ik heb juist voor deze tak gekozen omdat ik de combinatie tussen Nederland en Marokko zo mooi vind. Ik ben en blijf Nederlands, maar ik heb voor mijn Marokkaanse kant zoveel liefde ontvangen en ik ben er ook veel trotser op geworden.’ Dat zelfvertrouwen missen sommige Nederlandse jongeren volgens haar. ‘Ze moeten in gaan zien dat er twee werelden in hen samen komen. Als ze beseffen dat ze zowel Nederland als Marokko in zich hebben, dan kunnen ze heel veel bereiken. Dan kunnen ze met trots terug naar Nederland en stralen ze dat ook uit.