Genoeg aan jezelf

Over opgroeien en ouder worden

Tekst & Beeld: Jolin Ordelman

‘Lange benen, ook wel sterk. Mijn schouders zijn een tikkeltje stijf. Ik voel mijn buik. Warme voeten en mijn hoofd is ietwat wattig’, antwoordt mijn moeder op de vraag hoe haar lichaam aanvoelt. We lopen samen, terwijl we praten over ons lichaam, over vriendschappen met organen, dijbenen in de winkelstraat, onze billen, onontkoombare acceptatie, de flap na zwangerschap en de nabijheid van jezelf. Er komt van alles kijken bij veroudering.  Vroeger hing er een spiegel in de woonkamer. We dansten ervoor. Ongeduldige voeten, armen boven het hoofd en benen in alle hoeken. Zo leerde ik mijn lichaam kennen. Harriët, mijn moeder, houdt net als ik van dansen, ontiegelijk veel. Niet alleen thuis, vroeger in haar dansopleiding en later in haar werk. Niet alleen dansen, eigenlijk alles waar je het lichaam in bochten wringt. Ze uit dit in dansvoorstellingen, body-release en improvisatie-danslessen, fietsen door de Baltische staten, een constant veranderende achtertuin, en nauwelijks stilzitten. Soms ter verbazing, frustratie of amusement van mij, als ik haar weer eens gehurkt met een weerstandsband om haar benen voorbij zie lopen. 

Vriendschap met een orgaan

Tijdens haar dansopleiding leerde mijn moeder nuances in haar lichaam kennen en hoe die hand in hand gaan met gevoelens, beelden en associaties. Telkens opnieuw ontmoet ze hierdoor haar lichaam, dat verandert en veroudert. Twee technieken die ze gebruikt zijn de release-techniek put ze kracht uit de kern van haar lichaam, en ontspant ze de buitenkant om die te gebruiken voor expressie. Somatisch bewegen leert haar om haar lichaamsdelen te vertrouwen: botten, spieren, vloeistoffen organen, zenuwen en gewrichten. ‘Door bewust te zijn van organen die je romp vullen, sta je makkelijker rechtop dan wanneer je je zwak en leeg voelt.’ Het is soms eng, om tijd en aandacht te nemen voor pijn, verdriet of genot dat in lichaamsdelen leeft. ‘Toch, als ik er iets langer bij stilsta, voelt het bijna als thuiskomen in mijn lichaam, alsof ik een soort “vriendschap” sluit met mijn organen.’

Lukt dat dan altijd? Nee, er zijn tal van momenten van lichaamsverwarring. Zo begon de zwangerschap van mijn moeder rooskleurig, met een overvloed aan sesamcrackertjes en tomatensap en altijd iemand bij je dragen. De bevalling gooide roet in het eten. Ik vertrok geen spier. Hoe hard ze ook perste, ik bleef 48 uur zitten. Verdoofd en omringd door doctoren, die in alle haast de vroedvrouw vergaten te wekken, nam een verpleegkundige de leiding. ‘Ik was zelf vooral verdwaald in dat lichaam, waar gebeurt hier nu eigenlijk iets?’ Maar de verpleegkundige wist de weg. Voor het mes gehaald werd, wilde ze nog één ding proberen. Uit het niets landde ze met haar elleboog in mijn moeders buik. Floep, daar was ik dan. Hoe goed we ons eigen lichaam ook kennen, soms komt de expertise van een moedige verpleegkundige toch van pas. ‘Toen kwam jij eruit. Dat was natuurlijk een prachtig moment. Maar als je het over het lichaam hebt, was mijn buik opeens een flap.’ Ik was eruit, als een orgaan dat niet meer in haar lichaam zat. 

Rokjes tot over de knie

De flap trok bij, want het lichaam is kneedbaar. Ouder worden betekent dat er een moment insluipt waarop je iets moet accepteren. ‘Rimpeltjes, stippeltjes, droge huid op de bovenbenen. Het is er nu en dat is niet terug te draaien. De neiging is om er niet naar te kijken, niet aan te raken, niet te laten zien. Dat vind ik niet fijn, want dan ontken ik een stukje van mezelf. Het is een kwestie van je zelfbeeld aanpassen.’ Maar ja, dat is makkelijker gezegd dan gedaan.

In de reflectie van etalages in Amersfoort werd Harriët opeens met zichzelf geconfronteerd. Lekker in haar vel en in een kort rokje liep ze flierefluitend van de zon te genieten. ‘Opeens zag ik in een etalage allemaal rimpels en rare bewegingen in mijn bovenbenen. Ik schrok me werkelijk kapot en wilde het liefste helemaal wegkruipen.’ Na dit voorval vulde ze haar winkelmandje met rokjes tot over de knie, op zoek naar een nieuwe manier van zelfwaardering. Bovenaan haar boodschappenlijstje staat contact met anderen. Hoe moet dat nu? Ze mag zichzelf nu ‘wijs’ noemen: vanuit al haar eigen ervaring en inzicht anderen helpen, ‘ook al ben ik dan foeilelijk’.

Ze zegt het met een brok in haar keel en wrok in haar stem. Ik hoor haar nog grappen over ooglidcorrecties en botox in de billen. ‘Pas als er geen ontkomen meer aan is, komt het proces van accepteren.’ Is dat dan wel fijn, dat je nog zoveel opties hebt om je lichaam te vervormen? Het voelt goed om nog even aan haar lichaam te kunnen werken, zowel om gezond als mooi te zijn. ‘Als ik me die andere richting voorstel, dan voel ik angst, verdriet, verzet en verlies.’ Wat daarin meespeelt is dat dit gevoel van achteruitgang ook voor werk en relaties geldt, ‘dat ik niet meer kan meedraaien, dan voel ik me onveilig in de wereld’. 

Billen blazen

Het lichaam staat niet alleen, maar wordt omringd door anderen, door een hele wereld zelfs. Dan is het best een kunst om dichtbij jezelf te blijven. Te luisteren naar een oor dat fluistert of een buik die moppert. Gezondheid, geluk en esthetiek ter zijde, voelt het voor Harriët als haar levensdoel ‘om niet voorbij te gaan aan de dingen die dichtbij zijn, om die ook in ere te houden’. Een lichaam dat je altijd bij je hebt, voelt, beweegt en gebruikt om alles ‘buitenshuid’ te ontdekken.

De term ‘ervaringseconomie’ valt: een economie die draait op de drang van mensen naar beleving, in plaats van een product of dienst. ‘Ik denk dat het ook voor mij een grote drijfveer is om zo in mijn lichaam te duiken. Ik voel er honger naar, dat je weet hoeveel er in dat lichaam leeft.’ Kosteloos ervaart ze door veroudering nieuwe delen van zichzelf, het maakt haar nieuwsgierig. Een drang naar beleving ver buiten zichzelf voelt ze hierdoor minder. ‘Tuurlijk, grote problemen, zoals consumentisme, de coronacrisis en klimaatverandering vereisen wijdere armen om opgelost te worden. Toch denk ik dat veel van deze dingen versterkt worden doordat mensen niet genoeg hebben aan zichzelf.’ De vraag is waar je ervaringen zoekt. Blijf je dichtbij of zoek je antwoorden ver weg?

Stel, de wereld is een speelveld van gezondheid en schoonheid, met medespelers die aan je trekken en je duwtjes geven. Zo merken we allebei dat de gedachte er soms inglipt dat onze billen groter moeten. Terwijl ons lichaam zich al grotendeels rondom de bips oriënteert. Laten we de wandeling toch maar wat verlengen. Zodra de mensen niet meer kijken, wandelen we verder in een combinatie van squats en lunges, om onze billen op te blazen. We voelen onze benen, schouders hangen inmiddels los, ons hoofd blijft wattig en we hebben honger. Maar we lopen door, en wachten nog even met accepteren.