De Sporthoek van Spaans /// De Complexe Turncultuur van China
Speciaal voor de Cul schrijft Ernst Spaans elke maand een column over sport met een klein antropologisch tintje.
Vandaag neem ik jullie mee naar het WK Turnen in Nanning, China.
China staat alom bekend als het Mekka van de turnwereld en dit land heeft dan ook al vele kampioenen voortgebracht. Wat opvalt als je naar de kampioenen kijkt is dat ze jong zijn, heel jong. Hoe het mogelijk is dat ze op een dergelijk jonge leeftijd (lees: 14, 15 jaar) al op wereldkampioenwaardig niveau presteren ligt voor een groot deel bij de (voor ons) heftige trainingswijze die de Chinese school erop nahoudt. Voor het eerst sinds jaren hebben de Chinezen een klein kijkje gegeven in de trainingscomplexen van hun land.
Ziet u het voor zich: Epke Zonderland, acht jaar oud, lekker even op de rekstok aan het spelen. Maar dan plots ziet zijn coach het. Hij probeert nog te doen alsof hij zijn afsprong oefent, maar het is te laat. Epke wordt gestraft door zijn vader: aan de armen van het net acht jarig jochie wordt getrokken terwijl de assistent-coach het lichaam van Epke vasthoudt. Op deze wijze wordt hij nog eens even extra opgerekt, zodat de Cassina-Kovacs tot in de perfectie kan worden uitgevoerd als hij wat jaartjes ouder is.
Nee, natuurlijk ziet u dit niet voor zich. Althans, ik niet. Toch is het bovenstaande verhaal helemaal niet zo gek als je in plaats van Epke Zonderland, de naam van Zhang Chenglong invult. De concurrent van onze beer uit Lemmer heeft namelijk een iets andere voorbereiding gehad op zijn turncarrière dan dat Epke heeft gehad. Dit geldt niet alleen voor Chenglong, want met hem zijn er vele kleine landgenootjes die met dezelfde ‘ambitie’ als Chenglong vijftien jaar geleden hun trainingsuren maakten op een van de vele turnacademies die China rijk is. Ambitie staat in de vorige zin niet voor niets tussen haakjes, want of de kinderen het echt willen is op een leeftijd van zes à zeven is natuurlijk discutabel. De trainingswijzen in deze gigantische academies zijn namelijk niet die van de zachte hand, een straftraining wordt niet geschuwd en de valmatten zijn niet van dat lekkere zachte materiaal zoals we dat kennen van de gymles op vrijdagmiddag. Kortom, de trainingsmethodes in China verschillen met die van onder meer Epke en Youri.
Wij in het westen hebben vaak al moeite met de corrigerende tik die een kind soms gewoon moet krijgen, niet hard, maar gewoon corrigerend. Dat de meesten van ons dus moeite hebben met de heftige trainingsmethode in China is relatief logisch. Maar moeten we alles wel zo naar onszelf halen en vergelijken, of kunnen we dingen ook in hun ‘waarde’ laten en bekijken in haar eigen context. China is een ander land, met andere ideeën over wat goed en fout is met betrekking tot zoveel dingen in de wereld. Zo ook over de turnmethodes. Nederland is geen China en gaat het ook nooit worden. Dus mensen, kijk soms eens wat minder westers naar dingen dan dat u gewend bent. Het zal uw leven vast verrijken.