Beeldscherm op zwart?

Ultieme tegenpolen vechten voor een plek bij de publieke omroep

Tekst: Lucca de Ruiter

Beeld: Jolin Ordelman

Van ‘Stamppot TV’ voor meer geluid uit de provincie tot een omroep gericht op Aziatische Nederlanders: dit jaar meldden maar liefst dertien nieuwe aspirant-omroepen zich bij de Nederlandse Publieke Omroep (NPO). Veel groepen in de samenleving voelen zich niet gerepresenteerd in de Hilversumse mediawereld. Twee omroepen die ideologisch gezien lijnrecht tegenover elkaar staan, hebben onlangs de drempel van vijftigduizend leden weten te behalen: Ongehoord Nederland en Omroep ZWART. Gaan we een nieuwe verzuiling tegemoet?

Het Nederlandse omroepbestel is uniek in de wereld en dateert nog uit de tijd van de verzuiling. Iedereen leefde toen als het ware binnen zijn eigen ‘zuil’ en keek naar de bijbehorende omroep: wie katholiek was ging naar een katholieke school en naar een katholieke korfbalclub en keek naar katholieke televisie, de KRO. Inmiddels organiseren Nederlanders zich niet meer op een dergelijke manier, en toch maken veel omroepen die zijn opgericht ten tijde van de verzuiling nog altijd deel uit van het bestel. In 2006 kwam er een belangrijke verandering in de organisatiestructuur van de NPO, toen er zogeheten zendermanagers in het leven werden geroepen. Alle omroepen moeten voor die managers verschijnen om hun ideeën te pitchen. De zendermanagers bepalen vervolgens wie er wat mag maken op radio en televisie, hoeveel geld daar naartoe gaat en wanneer het uitgezonden wordt. Elke vijf jaar mogen nieuwe omroepen die beweren een geluid te vertegenwoordigen dat nu nog niet wordt gehoord zich melden bij de NPO. Omroepen die vijftigduizend betalende leden weten te verzamelen, maken kans om toegelaten te worden tot het omroepbestel. De plannen van deze omroepen gaan vervolgens naar de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Die laat onderzoeken of de nieuwe omroep onderscheidend genoeg is en echt een nieuw geluid vertegenwoordigt. Omroepen die goedgekeurd worden, zijn vijf jaar lang aspirant-omroep en krijgen een klein budget van ongeveer 3,5 miljoen om programma’s te maken. Gedurende die vijf jaar moeten de omroepen het hoofd boven water zien te houden in de competitieve mediawereld. Als dat lukt, worden ze een ‘echte’ omroep met een groter budget en gegarandeerde zendtijd. De weg daarnaartoe zal voor de twee nieuwe aspirant-omroepen, Omroep ZWART en Ongehoord Nederland, lang en zwaar worden.

Een roepende in de woestijn

Sinds de oprichting van de Gouden Televizier-Ring in 1964 heeft nog nooit iemand van kleur de prijs gewonnen. Omroep ZWART, opgericht door onder andere rapper Akwasi, wil daar wat aan doen. Op hun site schrijven ze: ‘ZWART laat zien hoe onvoorstelbaar belangrijk het is dat krachten worden gebundeld, dat culturen elkaar ontmoeten, dat smaken worden verkend, geproefd, gemengd. Ons doel: gemengde redacties, gemengde bestuurskamers, gemengde barbecues. Dan is het gelukt. Dan zijn we thuis.’ De reacties op dit plan zijn echter ook gemengd. Zo schrijft columnist Özcan Akyol in het Algemeen Dagblad: ‘We mogen blij zijn dat de verstikkende verzuiling voorbij is. Door een omroep te beginnen die zich alleen op zijn eigen achterban richt, werkt b-rapper Akwasi segregatie alleen maar in de hand.’ Akyol lijkt te vergeten dat het hele idee van een omroep nu juist is dat de eigen achterban bediend wordt. Dit is inherent aan het systeem van het Nederlandse omroepbestel. Bovendien wil Omroep ZWART zich juist niet op één groep richten, maar voor alle groepen staan die nu niet gerepresenteerd worden. Twijfel over Omroep ZWART uit zich ook in vragen als: zou niet in alle programma’s meer diversiteit aangebracht moeten worden? Is het niet contraproductief om dat door middel van een aparte omroep te bewerkstelligen? In een ideale wereld zou een omroep die zich hierop richt niet nodig zijn, maar Omroep ZWART kan gezien worden als een reactie op een falend systeem dat het nog altijd niet voor elkaar heeft gekregen om iedereen in de samenleving te vertegenwoordigen. Overigens sluit het een het ander niet uit: als Omroep ZWART het haalt, betekent dat niet dat er in Hilversum niks meer gedaan hoeft te worden op het gebied van diversiteit.

Niet alleen Omroep ZWART doet stof opwaaien. Bij de andere omroep die tot de race is toegetreden, Ongehoord Nederland, was er al gedoe voordat het benodigde ledenaantal was behaald. Er zijn inmiddels al diverse incidenten geweest waarbij Ongehoord Nederland aantoonbaar onwaarheden verspreid heeft. De omroep, met als voorman de zelfbenoemde ‘journalist van het volk’ Arnold Karskens, zegt te staan voor het ‘patriottische geluid’, kritiek op immigratie, klimaatbeleid en de Europese Unie en is uitdrukkelijk voorstander van het behoud van Zwarte Piet. In video’s van Ongehoord Nederland is onder andere te zien hoe een ‘expert’ wordt opgevoerd die stelt dat tijdens coronavaccinaties een chip wordt geïnjecteerd waarmee Bill Gates de controle over de mensheid krijgt. Ook maakten ze een video, en dit is geen grap, waarin voormalig VVD-kamerlid Ybeltje Berckmoes samen met een medium de geest van de vermoorde politicus Pim Fortuyn oproept. Als het enige criterium voor toetreden tot het omroepbestel het vertegenwoordigen van een nieuw geluid is, maakt Ongehoord Nederland wellicht een kans. De vraag is of dat wenselijk is.

Na de Ster: het Fake-News journaal

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zal voor een duivels dilemma komen te staan. Ongehoord Nederland mag dan misschien wel nieuw zijn, de minister kan niet toestaan dat er desinformatie en nepnieuws verspreid wordt op nationale televisie. In tijden van een pandemie kan dit letterlijk levensgevaarlijk zijn. Toch heeft de omroep vijftigduizend betalende leden achter zich weten te scharen, die zich verder gecensureerd zullen voelen als ze niet tot het bestel mogen toetreden. Dat kan leiden tot veel politieke onvrede. Is het systeem dan nog wel toereikend? Het huidige bestel heeft als bedoeling verschillende geluiden toe te laten, maar wordt tegelijkertijd door de overheid betaald en via beleid bepaald. Dat is hinken op twee gedachten.

De huidige Nederlandse Mediawet volstaat niet om met een uitwas als Ongehoord Nederland om te gaan. In de wet is niets opgenomen over journalistieke principes waar een omroep zich aan moet houden. Tot 1960 bestond er een Raad van Tucht, die in geval van onprofessioneel journalistiek gedrag een berisping of schorsing kon opleggen, maar deze is opgeheven. Wettelijk gezien zal het dus moeilijk worden Ongehoord Nederland een plek in het omroepbestel te weigeren op grond van een gebrek aan waarheidsgetrouwheid.

Voor een werkende democratie is een goed geïnformeerd publiek nodig, zo stelde politiek filosoof John Dewey al in 1927. De publieke omroep speelt nog steeds een cruciale rol in die informatievoorziening. Televisie lijkt misschien een uitstervend medium, maar nog zo’n 4,5 miljoen Nederlanders kijken elke dag gemiddeld drie uur televisie. Als Ongehoord Nederland programma’s voor de NPO mag gaan maken, kan dit dus grote gevolgen hebben voor het wereldbeeld van een aanzienlijke groep Nederlanders.

Wellicht valt er meer te zeggen voor een systeem waarbinnen slechts één omroepstichting bestaat, die aan journalistieke eisen moet voldoen, onafhankelijk is qua inhoud en wel met belastinggeld betaald wordt. De verschillende omroepen werken nu immers ook al vaak samen. Een omslag lijkt hoe dan ook onvermijdelijk. Voordat we er erg in hebben kan de Nederlandse publieke mediawereld zo versnipperd raken als het internet, waar iedereen kan roeptoeteren zonder enige vakdiscipline. Als dat gebeurt, is het misschien verstandiger de televisie maar uit te zetten.