Kunst van de harde waarheid

Hiphop in tijden van crisis

Tekst: Marije Nieuwland

Beeld: Sam van den Nieuwenhof

Twee nachten lang was het donker. De iconische skyline van New York verdween toen de zon onderging. Een blikseminslag had ervoor gezorgd dat de stad een paar dagen zonder stroom kwam te zitten. Mensen raakten in paniek. New York was binnen korte tijd een puinhoop geworden. De armste wijken, voornamelijk bewoond door Afro-Amerikanen, werden het hardst getroffen. Maar van een doemscenario was geen sprake. Al snel bleek dat niet voor iedereen het licht was uitgegaan.

De donkere nachten gingen de geschiedenis in als de New York Blackout van 1977. In de wijk de Bronx bestond het straatbeeld uit geplunderde winkels en gebouwen die in vuur en vlam stonden. Toch zag de jongste generatie van de Bronx ook mogelijkheden in de chaos. Het verminderde toezicht van de politie zorgde ervoor dat dure draaitafels, speakers en versterkers binnen handbereik waren. Gauw na de New York Blackout werd de Bronx ‘s nachts wakker gehouden door feestjes die plaatsvonden in de vele kraakpanden in de wijk: het geluid van hiphop.

De chaos dat jaar had de Afro-Amerikaanse jongeren de kans gegeven om via hiphop hun stem te laten horen. Over de beats en breaks heen werd voornamelijk gerapt over de armoedige toestand in de getto’s. ‘It’s a jungle sometimes, it makes me wonder how I keep from going under‘ rapten Grandmaster Flash & the Furious Five in 1982 vanuit de Bronx. Met onvrede werd er gesproken over de deprimerende realiteit en systematische onrechtvaardigheden die Afro-Amerikanen in het dagelijks leven ervoeren. De opkomst van hiphop zette kracht bij een stem die er al was, maar tot dusver niet werd gehoord.

Ware reflectie

Muzikale subculturen zijn vaak een reactie op politieke instabiliteit en sociale onrust. Ze kunnen in een sneltreinvaart ontstaan in tijden van crisis. Crisis brengt een maatschappij in een staat van chaos, maar maakt ook de werkelijke structuren van een maatschappij duidelijk zichtbaar. Het gegeven dat de Bronx het zwaarst kwam te lijden onder de plotse stroomstoring, was geen toeval. Hiphop bracht deze realiteit aan het licht. Muziek kan binnen chaos een nieuwe ruimte creëren voor activisme.

Hiphop ontwikkelde zich stapsgewijs tot een prominente stem in de strijd tegen institutioneel racisme. Politieke raps brengen de ‘waarheid’ van de straten van Amerika in kaart. Essayist Ta-Nehisi Coates beschrijft hiphop als een unieke vorm van kunst. Volgens Coates zijn raps niet mooi, hoopvol of motiverend. Hiphop stelt niet als doel om men beter te laten voelen over de wereld waarin we leven. De esthetische essentie van hiphop ligt in ‘de ware reflectie van alle brutaliteit en schoonheid die de wereld rijk is’. Onderdrukkende structuren worden zichtbaar en mythen worden ontrafeld. 

Brand Nubian bracht in 1994 het nummer‘Claiming I’m a Criminal‘ uit. Via een persoonlijk verhaal rapt de groep over hoe bepalend huidskleur is in de Amerikaanse samenleving: ‘Down at the station, interrogation is taking place. Overcrowded jails, but for me they’re making space‘. De tekst verwijst naar gevangenissen die voor 40,2% gevuld zijn met Afro-Amerikanen, in een land waar dezelfde groep maar 6,5% van de bevolking uitmaakt. De verklaring van het grote aantal Afro-Amerikanen achter slot en grendel is niet alleen te vinden in de armoedige toestand van getto’s, maar ook in het criminaliteitsbeleid van de Amerikaanse overheid. Gedurende de jaren 70, kort na het ondertekenen van de Civil Rights Act, werden Afro-Amerikaanse criminelen actief opgespoord. De Drugs Abuse Act hielp hierbij: crack, een drugs vooral gebruikt in getto’s, werd honderd keer zo hard gestraft als de poedervormige en duurdere variant cocaïne. Het aantal Afro-Amerikanen in gevangenissen steeg snel. Na het afschaffen van de slavernij en de wetten van Jim Crow, leek massa-opsluiting een nieuwe vorm van  raciale onderdrukking. Brand Nubian had de titel Claiming I’m a Criminal niet beter kunnen kiezen: het ‘crimineel zijn’, word je in de schoenen geschoven.

Er bestaan veel negatieve stereotypen over Afro-Amerikanen, maar bovenal worden ze door veel witte Amerikanen gezien als een ‘potentieel gevaar’. Deze angst is van invloed op hoe Afro-Amerikanen door overheidsinstanties worden behandeld. Witte Amerikanen bekleden namelijk sinds het ontstaan van de Verenigde Staten de belangrijkste politieke functies. Ook vandaag de dag nog. Weinig politici zetten zich in voor de inclusie van Afro-Amerikanen. Heden ten dage leeft bijna een kwart van de Afro-Amerikaanse bevolking in armoede. Dat is ongeveer hetzelfde percentage als toen de Civil Rights Act werd ondertekend. Hiphop laat zien dat de Civil Rights Act Amerikan van kleur misschien gelijke rechten heeft gegeven, maar geen gelijke kansen.

Bewustwording van dubbel-bewustzijn

De structurele uitsluiting van Afro-Amerikanen is terug te vinden in elk hoofdstuk van de Amerikaanse geschiedenis. Tijdens de slavernij werden Afro-Amerikanen uitgesloten van vrijheid, met de wetten van Jim Crow werden ze aan de zijlijn van de samenleving geplaatst en na de Civil Rights Act werd ‘zwarte criminaliteit’ zwaarder berecht dan ‘witte criminaliteit’. In Amerika heeft huidskleur tot vandaag de dag een wezenlijke invloed op je positie in de samenleving. Het besef van de eigen inferieure positie in een maatschappij waar ‘wit zijn’ de norm is, dwingt Afro-Amerikanen de witte norm te internaliseren om zo hun maatschappelijke kansen te vergroten. Socioloog William Du Bois stelt dat Afro-Amerikanen leven in een staat van ‘dubbel-bewustzijn’. Ze zien zichzelf door de ogen van ‘wit Amerika’, maar ook door hun eigen ogen. Zwart zijn betekent het steeds moeten schikken naar wat er in de witte wereld van je verwacht wordt, terwijl je ondertussen zo dicht mogelijk bij je eigen ‘zelf’ probeert te blijven.

Een dubbel-bewustzijn kan een enorme mentale last geven. Je bevindt je in het midden van twee identiteiten: wie jij bent en wie je verwacht wordt te zijn. Al schipperend tussen beide identiteiten, is het moeilijk om je eigen waarde in te zien. De ‘witte blik’ kijkt met minachting of medelijden naar de ‘zwarte onderklasse’. Dubbel-bewustzijn kan zo een aanleiding zijn voor het internaliseren van minachting naar het eigen ‘zelf’. Een manier om hiermee om te gaan, is je volledig aan te passen aan de witte norm. Maar op deze wijze blijft de waarheid voor een belangrijk deel verborgen.

Politieke hiphop gooit het daarom over een andere boeg. Menig rapper probeert de luisteraar bewust te maken van dubbel-bewustzijn. Het herkennen van gedachtepatronen maakt het mogelijk ze te verwerpen. Zo pleitte Dead Prez ervoor om zich los te wringen van de geïnternaliseerde witte blik. In 2000 schreven deze rappers het nummer ‘Psychology’: ‘The mind is the place where I make my plans. The world is the place where I take my stand. The beauty of life is mine today. They cannot take my mind away.’ De geest is misschien genoodzaakt te denken binnen een kader van onderdrukkende raciale structuren, maar dit betekent niet dat de geest zich hierdoor laat overmeesteren. Door mythes te doorgronden, kan een bepaalde mate van vrijheid worden teruggewonnen. Bij het terugwinnen van het eigen bewustzijn, past ook het opnieuw leren appreciëren van het eigen ‘zelf’. Politieke hiphop vervangt geïnternaliseerde minachting met een gevoel van trots. De hiphop van het huidige millennial-tijdperk wordt gekarakteriseerd door black pride activisme. Het Afro-Amerikaanse individu dat ondergewaardeerd is in de maatschappij, wordt geherwaardeerd in hiphop.

Een derde blik

De artiesten die de hitlijsten van deze tijd domineren, rappen met trots over behaalde persoonlijke successen en prestaties. De American Dream, het idee dat in Amerika alles mogelijk is zolang je maar hard genoeg werkt, lijkt te worden omarmd. Veel raps gaan over de vervolmaking van het eigen individu en het meetbare succes, in de vorm van streams en geld, dat daarop volgt. Hedendaagse hiphop spreekt naast de taal van black pride, ook uitstekend de taal van de millennial; een ‘zelftaal’ met neoliberaal accent.

Westerse millennials zijn opgegroeid in een wereld waar gemeenschapsgevoel ruimte heeft gemaakt voor een sterke focus op de maakbaarheid van het individu. De millennial werkt niet meer om voor het hele gezin brood op de plank te leggen, maar is zichzelf als project gaan zien. Volgens psycholoog Paul Verhaeghe heeft de millennial het concept van arbeid geïnternaliseerd: het individu moet zichzelf maximaal ontwikkelen om zoveel mogelijk ‘menselijk kapitaal’ te verwerven. Dit menselijk kapitaal is hét recept voor meetbaar succes in de neoliberale samenleving waar je waarde wordt afgemeten aan wat je hebt bereikt. Voor iedereen die hard genoeg werkt en zichzelf maximaal  ontwikkelt, schijnt succes binnen handbereik te liggen.

Het is interessant om Verhaeghe’s idee van ‘menselijk kapitaal’ naast Du Bois’ ‘dubbel-bewustzijn’ te leggen. Een derde blik duikt op. Kijken we niet allemaal naar onszelf door de ogen van de markt? Het ‘zelf’ zien als product ligt ten grondslag aan het neoliberale millennial-denken. De American Dream is een uitwas hiervan, te vinden in alle populaire cultuur, waaronder hiphop. Maar de American Dream, blijft voor veel Amerikanen een droom. De wedstrijd van menselijk kapitaal is een nieuw soort survival of the fittest met winnaars en verliezers. Daarbij beschikt niet iedere Amerikaan over dezelfde startpositie van de race. De gevolgen van slavernij, Jim Crow, massa-opsluiting en hedendaags racisme zorgen ervoor dat Afro-Amerikanen ergens achteraan starten. De racistische historie van Amerika klinkt als een echo door het neoliberale heden.

Volgens Coates ontrafelt hiphop mythes. Maar de American Dream, het idee dat in Amerika alles mogelijk is zolang je maar hard genoeg werkt, lijkt een mythe die in hiphopteksten eerder wordt uitgedragen dan ontkracht. Hiphop toont zich als ode aan het eigen succes en de daarbij passende meetbare resultaten. Of toch niet? Verscheidene rappers nemen een andere afslag. Kendrick Lamar bracht in 2015 het album ‘To Pimp a Butterfly’ uit. Het album eindigt met een gelijknamig gedicht. Lamar spreekt: ‘The butterfly represents the talent, the thoughtfulness and the beauty within the caterpillar. But having a harsh outlook on life, the caterpillar sees the butterfly as weak’. De tekst is een verwijzing naar de American Dream: de rups verwerft de ultieme hoeveelheid aan menselijk kapitaal om zichzelf vervolgens te ontpoppen tot vlinder. Maar in de realiteit kent deze wedstrijd om menselijk kapitaal meer verliezers dan winnaars. In plaats van de vlinder te prijzen, stelt Lamar daarom de vlinder ter discussie. Misschien is het tijd om, als samenleving, nieuwe dromen toe te laten en andere doelen te stellen.

Waar hiphop ontstaat uit crisis, zoekt het ook antwoorden op crisis. De New York Blackout had de Bronx aan het einde van de jaren 70 in een ravage gebracht. Het armste deel van Amerika bleek over weinig weerbaarheid te beschikken en werd hard getroffen. Tegelijkertijd zorgde het wegvallen van de dagelijkse orde ervoor dat er in korte tijd een nieuw podium kon worden gebouwd. Een podium dat tot vandaag de dag betreed wordt door rappers met een boodschap.