Een Moskouse droom
Op Tinderdate met een Russin
Evgenya was net zo mager als haar hondje. Ze droeg veel make-up en had geen oven of fornuis. Ze at enkel kant-en-klare maaltijden bij de supermarkt of menu’s, die soms vegetarisch zijn, bij fastfoodzaken. Haar hondje zag eruit als Iggy Pop; hij was kaal afgezien van lange slierten pluizig, blond haar die aan zijn hoofd en staart hingen, die meer aan de slierten van een opgebruikte spons deden denken. Kortom – één van de meest lelijke honden die ik tot nu toe heb mogen aanschouwen.
Tekst: Max van Zon
Beeld: Robin Stark
Het was mijn laatste avond in Rusland. Ik had aan het begin van de reis de datingapp Tinder geïnstalleerd om in contact te komen met de lokale bevolking, en stiekem misschien meer dan dat.
Ik had al drie dates achter de rug, die allen mede door de taalbarrière niet bijster interessant waren. Nu was daar echter Evgenya, die ook amper Engels sprak, maar met een aura om zich heen van autonomie en creativiteit die haar aantrekkelijk maakte. Ze kwam een half uur te laat aan op metrostation Kitay-Gorod, stoned en lachend om de situatie. Ze was hier als kind opgegroeid en had nog een bijzondere affiniteit met de wijk. We wilden alcohol drinken om het meer naar ons zin te hebben en ik wist toevallig nog een zaakje, want mijn hostel zat er praktisch om de hoek.
De ‘minimarkt’, zoals de 24-uurszaken meestal worden genoemd in Rusland, stond op de Pokrovkastraat, een veryupte plek waar heel jong liberaal Moskou lijkt te zijn samengeperst. Hier vind je uitgaansgelegenheden die hun namen in paarse neonletters etaleren, tientallen gloednieuwe BMW’s met Ray Ban-dragende bestuurders die achter het stuur kauwgom zitten te kauwen en groepen luidruchtige meisjes met chokers en blauwe haren. Evgenya was haar id-kaart vergeten en na een discussie met een snauwerige kassamedewerker kregen we gelukkig de biertjes en appelciders mee.
Het skatepark was meer een plein. Het was – in Sovjet-stijl – een compleet grijze, ruime open plek, waar Russische skaters een zeldzame plek hadden om ongestoord hun trucjes op een glad plaveisel te kunnen uitproberen. We namen op een trappetje nabij het pleintje plaats en keken wat naar de skaters en elkaar. Evgenya had stijl, donkerbruin haar met een glans erin. Haar lipgloss was van dezelfde kleur als roze koeken en haar kleding zouden we hier als ´typische hipsterkleding’ omschrijven: een korte broek met een visnetpanty eronder en een wit t-shirt van een of andere Russische synthpopband erin weggestopt.
We hadden een lang en hobbelig gesprek en ik kan niet meer zo makkelijk de inhoud ervan herinneren, maar het ging vaak over muziek en ze moest constant woorden opzoeken via Google Translate. Ik probeerde nog interessant te doen door over overeenkomstige woorden tussen het Nederlands en Russisch te praten, maar toen ik ‘stoel’ probeerde te vertalen in het vertaalprogramma kwam er niet het verwachte ‘stul’ uit, maar ‘sidenye’. Gelukkig vond ze mijn muziek leuk en wilde ze graag met me bij haar thuis jammen. Ze woonde ver buiten het centrum, maar ik kon er slapen.
Zoals vele Russen had ze het beeld dat de Verenigde Staten het einddoel waren, de culminatie van al wat goed en voortvarend is. Je hoeft maar een willekeurige club binnen te lopen en je wordt verwelkomd door een horde aan Russen die op een trapbeat hun hand op hun kruis drukken, veinzend Amerikaanse gangsters te zijn. Kortom, het idee van de American dream is er momenteel springlevend. Evgenya verlangde ernaar op te zijn gegroeid in de suburbs, een cheerleader te zijn geweest voor het football team van haar middelbare school, met een bijbehorende quarterback als vriendje. Haar oogleden stonden zwaar als ze over haar dromen vertelde, en ik begreep pas later waarom. Daarvoor moesten we eerst nog een uur durende busrit nemen die ons buiten het centrum bracht.
Terwijl je soms nog positief verbaasd wordt door de moderne Moskouse infrastructuur, zijn de buitenwijken precies wat men zou verwachten: een grijze brij met zo af en toe een leeg krot ertussen die sinds de Sovjet-tijd niet meer is bewoond. In een van die grijze gebouwen woonde Evgenya.
In haar appartement luisterden we wat muziek die ze had aangezet. Haar hond, de eerdergenoemde, was een Chinese gekuifde naakthond. Hij bleef maar tegen me aanrijden en we besloten hem in een andere kamer op te sluiten. Ik vroeg haar wat ze normaal at zonder fornuis of oven en ze vertelde me dat ze enkel bij fastfoodketens at, en als ontbijt een mueslireep nam. Ze lachte weer en vertelde me over haar leven. Ze had haar vader al 8 jaar niet gezien, hoewel ze kon overleven op zijn kosten. Hij woonde ook in Moskou en ik vroeg me af hoe het moest zijn als ze hem eens per ongeluk zou tegenkomen. Tegelijkertijd woonde haar moeder op Cuba. Die had ze nog een paar maanden geleden gezien, maar ook met haar kon ze niet goed opschieten. Het leek me niet juist om zo snel naar de achterliggende haat jegens haar ouders te vragen, want die moest diep verworteld zijn.
Ik kuste haar en ze nam me in zich op. We wisselden woorden met elkaar terwijl we onze kleding uittrokken en aanstalten maakten om naar bed te gaan. Ze maakte zich zorgen om haar hond, maar ik adviseerde haar het dier daar te laten, uit angst dat het mij in mijn slaap zou berijden. Terwijl ik haar omhelsde voelde ik haar ribben in mijn buik prikken.
Onze herinneringen lijken soms net op dromen, en misschien verschillen die twee wel niet zoveel. Hoe ik de dag erna me haastte om naar het hostel te komen, mijn spullen in te pakken en de bus naar het vliegveld te nemen, voelde allemaal aan als een ontwakingsproces. Nu ik weer in West-Europa ben blijft er niet veel meer over dan een waas van Rusland, Moskou, Evgenya en haar Chinese gekuifde naakthond.