Diversiteit als decoratie

Wie ‘diversiteit’ en ‘UvA’ intypt in Google kreeg tot kortgeleden na het klikken op de site van de Universiteit van Amsterdam ‘pagina niet gevonden – 404’ te zien. Dit is een treffende illustratie voor een probleem dat zowel studenten als het College van Bestuur al een tijd bezighoudt: hoe kan de UvA diverser worden?

Tekst: Lucca de Ruiter

Beeld: Lucca de Ruiter

Op 24 februari 2016 werd de Commissie Diversiteit ingesteld, de derde commissie die werd ingesteld na de Maagdenhuisbezetting. In het rapport dat de commissie dat jaar uitbracht, waar onder andere antropologe Gloria Wekker aan meeschreef, werd duidelijk dat 13% van de studenten en slechts 4% van de medewerkers aan de UvA een ‘niet-westerse’ achtergrond heeft. Deze percentages zijn relatief laag als we het bijvoorbeeld vergelijken met de Vrije Universiteit, waar 21% van de studenten een ‘niet-westerse’ achtergrond heeft.

Deze lage diversiteitscijfers hebben allereerst gevolgen voor het onderwijs. Zo werd een antropologiedocent gevraagd een gastcollege over ‘Afrika’ te geven, terwijl hij daar nooit onderzoek naar heeft gedaan. De hoofddocenten van het vak gingen er blijkbaar vanuit dat hij over Afrika wel iets zou kunnen vertellen, vanwege zijn huidskleur. Gloria Wekker, docent antropologie aan de Universiteit van Utrecht en auteur van onder andere het boek White Innocence schreef dat zij op de Universiteit van Amsterdam ooit een vergadering binnengelopen is waar men automatisch dacht dat zij de koffiejuffrouw was. Zelfs op de antropologie-afdeling van de UvA, die zichzelf als een baken van tolerantie en inclusiviteit beschouwt, komen dergelijke situaties dus voor, een teken dat er nog een lange weg te gaan is.

Er zijn echter ook financiële gevolgen, waar het College van Bestuur zich wellicht meer zorgen om maakt. Diverse studenten van de VU geven aan dat zij uitdrukkelijk niét voor de UvA gekozen hebben omdat deze alom bekend staat als een ‘witte universiteit’. Dit betekent een lagere toestroom van studenten naar de UvA, en dat in een tijd waar universiteiten voortdurend de concurrentiestrijd met elkaar aangaan om zo veel mogelijk geld binnen te halen. Dit zorgt voor een vicieuze cirkel: de UvA is te wit, dus zullen mensen die willen studeren aan een diverse universiteit er niet heen gaan, waardoor de UvA te wit blijft. Wat wordt eraan gedaan?

Als er een evenement plaatsvindt waarbij potentiële nieuwe studenten geworven moeten worden, zoals op de open dag, hangt de UvA vaak posters op met daarop foto’s van lachende huidige studenten, meestal een stuk of drie. Eén daarvan is vaak niet wit, terwijl het duidelijk is dat de UvA ver verwijderd is van de 33% als het gaat om het aantal studenten met een ‘niet-westerse’ achtergrond. Dit is een strategie die de UvA toepast om het imago van ‘witte universiteit’ van zich af te schudden, maar het is in feite wat Denver-Law professor Nancy Leong racial capitalism noemt. Racial capitalism is het proces waarbij er sociale of economische waarde wordt onttrokken aan de raciale identiteit van een ander. In een maatschappij waar men veel bezig is met diversiteit, is ‘niet-witheid’ een gewaardeerd handelsproduct. Als die maatschappij (en daardoor de universiteit) vervolgens gebaseerd is op kapitalisme, is het niet verrassend dat ‘niet-witheid’ als product geëxploiteerd wordt om er winst mee te maken, aldus Leong. Hoewel de bedoelingen van de UvA waarschijnlijk niet kwalijk zijn, levert deze oppervlakkige strategie van racial capitalism ons niets op. Sterker nog: het weerhoudt ons van het zoeken naar een echte inhoudelijke oplossing.

Wat kunnen we wel doen? Wanneer positieve discriminatie geopperd wordt, is het eerste tegenargument altijd dat het oneerlijk zou zijn omdat medewerkers en studenten dan niet aangenomen worden op basis van kwaliteit. Als de gebruikelijke procedure echter leidt tot een witte universiteit, kloppen de kwaliteitscriteria misschien niet. Afkomst kan een heel goed kwaliteitscriterium zijn: het biedt hoognodige variatie op het heersende westerse perspectief dat prevalent is aan de UvA. Dát is diversiteit.