De tint van het verleden

Hoe diverse utopieën en racisme samenkomen.

Tekst en Beeld: Oscar Slagveer

Tegenwoordig spreken veel mediafiguren over een nieuw tijdperk binnen de entertainment industrie. Mensen van allerlei verschillende achtergronden zouden eindelijk vertegenwoordigd zijn in films, muziek en modebladen. Toch kan niet iedereen zich vinden in in het uitroepen van een zogenaamd nieuw tijdperk. Vanuit verscheidene niet-witte gemeenschappen klinken geluiden dat colorisme, het meer waarderen van een lichtere huidskleur, sinds de jaren 90  alleen maar erger is geworden binnen de entertainment industrie. 

Op 25 September 2018 bekritiseerde Anika Noni Rose, de stemactrice van de eerste donkere Disney-prinses genaamd Tiana, hoe haar personage in de film Ralph Breaks the Internet werd neergezet met een lichtere huidskleur, een smallere neus en lossere haartextuur dan haar originele uiterlijk. Daarnaast leek het alsof de prinsessen Pocahontas en Mulan een vergelijkbare transformatie hadden ondergaan in hun films. Niet alleen de filmindustrie leek hierdoor te zijn aangetast: er doemden ook al snel verhalen op van muzikanten die van verscheidene producenten te horen hadden gekregen dat ze te donker waren voor een succesvolle muziekcarrière. Al gauw werd duidelijk dat de vooroordelen en discriminatie voornamelijk vrouwelijke figuren binnen de entertainment industrie leken te treffen. Actrice Viola Davis beschrijft haar ervaring met colorisme in een interview met The Wrap: ‘Als je donkerder bent dan een papieren zak, dan ben je niet sexy. Dan ben je geen vrouw.’ De huidige entertainment industrie zit vol met colorisme. Veel van de claims baseren zich ook op een betere vorm van representatie die mensen hebben meegemaakt tijdens hun jeugd in de jaren 90. Er kwamen bijvoorbeeld verscheidene posts naar boven van mensen die beweerden dat er in de jaren 90 meer representatie was dan tegenwoordig. Eén Reddit-gebruiker stelt dat de jaren 90 niet alleen de piekjaren waren voor diversiteit, maar ook voor gelijke representatie voor alle minderheidsgroepen. Op deze manier nam de discussie plotseling een interessante wending en werd de kritiek omtrent het huidige colorisme binnen de entertainment industrie geuit door middel van nostalgische verwijzingen naar het verleden.

Utopische herinneringen

In de jaren 90 was er inderdaad een enorme golf van representatie voor donkere mensen te zien. Grote shows met een donkere cast als the Cosby Show, the Fresh Prince of Bel-Air, Martin en Family Matters waren populair onder zowel een donker als een wit publiek. In de modewereld werd de ‘exotische look’ razend populair, waardoor veel donkere modellen vaker geboekt werden voor modeshows en tijdschriftcovers. Toch hield dit tijdperk van diversiteit niet lang stand. De verandering waar men over spreekt kan worden geplaatst bij het aanbreken van de 21ste eeuw. Rond deze tijd verdwenen veel donkere beroemdheden weer uit de schijnwerpers en vonden designers een nieuwe rage waarbij modellen het liefst weer allemaal op elkaar leken. De diverse representatie van niet-witte mensen, die er in de jaren 90 was, leek uit te sterven en werd vervangen door iets anders. Diversiteit nam een nieuwe gedaante aan die getypeerd zou kunnen worden als de opkomst van de ‘gemixte’ beroemdheid. Terwijl donker getinte artiesten zoals Whitney Houston, Laurynn Hill en Missy Elliot van de hitlijsten verdwenen, kwamen licht getinte vrouwelijke artiesten met een ‘gemixt’ uiterlijk steeds meer in de spotlight. Licht getinte artiesten, met vaak blond haar en smalle neuzen, vervingen geleidelijk aan het diverse beeld van de Afro-Amerikaanse beroemdheid, waardoor het beeld van de zwarte vrouwelijke beroemdheid ook een stuk eenvoudiger werd dan het eerst was. Binnen een paar jaar werd het beeld van de vrouwelijke Afro-Amerikaanse beroemdheid getypeerd door deze nieuwe gezichten van schoonheid en faam. Hoewel sommige donkere beroemdheden als Naomi Campbell en Whitney Houston ondanks de ontwikkelingen hun kop boven het zand wisten te houden, kon men ook hen later zien poseren met blonde pruiken of gekleurde lenzen om de ‘gemixte look’ te accentueren.

Colorisme en exotisme

Toch is het ideaalbeeld van representatie tijdens de jaren 90 niet helemaal juist. In het begin van de jaren 90 was er misschien inderdaad wel meer representatie voor mensen met een donkere huid, maar dit had ook te maken met externe factoren zoals tokenisme en exotisme. Zo is in de modellenwereld bijvoorbeeld zichtbaar hoe veel van de donkere modellen in die tijd niet werden ingehuurd voor hun talent of de diversiteit die zij brachten, maar puur voor het exotische aspect dat hun ‘look’ toevoegde aan de show. Model Imaan Abdulmajid herinnert zich een moment in haar carrière toen een fotograaf naar haar verwees als een ‘prachtige witte vrouw gedipt in chocolade’. Hoe donker je bent speelde hier daarom ook vrijwel geen rol in, aangezien dit juist kon worden gezien als ‘exotisch’ en ‘anders’. Deze trend laat dus zien hoe gekleurde modellen tijdens de jaren 90 juist enkel werden gezien als een huidskleur of een exotische look. Blacknesswerd gezien als een trendy decoratie waarmee designers hun show een extra rafelrandje konden geven. Zoals met veel andere trends verdween deze rage van ‘exotische’ modellen daarom ook weer snel zodra er iets anders populair werd. Het ging hier dus niet om representatie of diversiteit maar puur om hoe huidskleur gebruikt kon worden om een product te verkopen. Daarnaast ging deze representatie ook vaak gepaard met een vorm van tokenisme. Dit houdt in dat donkere mensen enkel als een waardevolle aanvulling worden gezien op basis van de diversiteit die ze zouden leveren. Voor veel shows was het nog steeds de norm dat zij zich richtten op een witte doelgroep, die ook gerepresenteerd werd in hun selectie van de modellen. Er was daarom vaak geen plaats voor meer dan één ‘exotisch’ meisje omdat de show het contrast tussen het normatieve en exotische anders zou kunnen verliezen. Tokenisme vormt als het ware een quotum voor hoeveel exotisme wenselijk is binnen een groep en werkt diversiteit daarom juist tegen. Over het algemeen was deze representatie dus ook niet gericht op de waarden van gelijkheid en inclusiviteit die de media nu hanteert. De focus lag niet op vertegenwoordiging, maar op het verkopen van producten en het genereren van aandacht voor het merk, waardoor er ook geen behoefte was om deze representatie levend te houden zodra er een nieuwe trend opdook die dit zou kunnen overnemen. In de handen van onoprechte zakenlui ontstond en takelde representatie af vanwege dezelfde reden: haar vermogen om winst te genereren.

Het vonnis

Uit deze discussie blijkt hoe multidimensionaal concepten als colorisme en racisme kunnen zijn binnen onze maatschappij. We verlangen vaak terug naar ‘de goeie ouwe tijd’ maar zijn blind voor andere vormen van problematiek die toen ook al heersten. Colorisme is nooit verdwenen, maar heeft zich door de jaren heen alleen maar aangepast aan de veranderingen van de maatschappij. Hoewel dit zogenaamde nieuwe tijdperk van inclusie en representatie dan misschien nog steeds niet is verlost van colorisme, biedt het ons wel ruimte om erover te praten en het probleem te ontmantelen. Het gaat er dus uiteindelijk niet om in welke tijd colorisme zichtbaarder was, maar in welke tijd men bereid is om het racisme en de discriminatie te erkennen en te bestrijden.