De misdaad van de toekomst
Tekst: Oscar Slagveer
De wereld wordt tegenwoordig steeds digitaler. Één swipe of je smartphone geeft je al snel toegang tot je bankrekening, je persoonlijke agenda of je adresgegevens. Cybercrime is daarom steeds meer een legitieme bron van angst. Één hacker hoeft op diezelfde telefoon maar één keer te swipen en ineens zijn al die persoonlijke gegevens van iemands anders.
Cybercrime houdt in dat daders met gebruik van digitale media criminele schade aanrichten aan jouw online bezit. Dit kan verwijzen naar je bankgegevens, je online wachtwoorden of bijvoorbeeld een online account. Aangezien deze vorm van misdaad zich voornamelijk voordoet op het digitale front, betrekken de meeste varianten van cybercrime zich voornamelijk op software oftewel programmering. Daarin kan onderscheid maken tussen de lichte en zware misdrijven.
Criminele programma’s zoals virussen en malware worden over het algemeen gecategoriseerd als lichte misdaden. Deze programma’s worden op een computer geplant om daar de werking van de computer verstoren. Virussen kunnen programma’s verwijderen, je e-mailprogramma gebruiken om zichzelf te verspreiden of zelfs je hele harde schijf te wissen. Toch blijft veel van deze schade alleen waarneembaar in de digitale wereld en tast het mensen verder niet aan in hun persoonlijke leven. Deze categorie wordt daarom niet snel gezien als een serieus misdrijf.
Daartegenover heb je ook vormen van cybercrime die vaak wel ernstige gevolgen hebben voor de slachtoffers. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld hacking, ransomware en identiteitsfraude. Deze vormen van cybercrime worden gezien als ernstiger omdat zij ook betrekking hebben op materialistische objecten zoals geld en persoonsgegegevens. Hackers gebruiken deze technieken bijvoorbeeld voor het stelen van online bankgegevens of ‘catfishing’ wat inhoudt dat mensen zich online voordoen als andere mensen. Ransomware wordt zo onder andere gebruikt om een virus op je computer plaatsen die je geld aftroggelt. Het probeert je dan over te halen om te betalen om van het programma af te komen. Omdat dit programma vooral kwetsbare groepen aantast zoals ouderen en jonge kinderen kunnen mensen hierdoor diep in de schulden komen te zitten. Deze technieken worden vaak dan ook gezien als levensverwoestende vormen van hacking en worden daarom ook steeds serieuzer genomen door politie en staat.
Toch is er naast al dit gevaar ook hoop. Zo komen er elk jaar weer nieuwe wetten die ons beschermen tegen de gevaren van het internet. Een jaar geleden heeft een hacker bijvoorbeeld nog dertig maanden opgelegt gekregen nadat hij was veroordeeld voor het meermalen plegen van diefstal, oplichting en witwassen. Ook wordt het tegenwoordig steeds makkelijker om slachtoffers van cybercrime te helpen door de steeds ontwikkelende technologie. Er wordt zo tegenwoordig geen enkele computer meer verkocht zonder een programma dat dient te beschermen tegen hacking en cybercrime. Burgers zetten zich tenslotte ook steeds meer in om zichzelf te beschermen tegen de gevaren van cybercrime. Websites met advies worden zo bijvoorbeeld steeds vaker aangemaakt om te waarschuwen voor de gevaren van cybercrime.
Alhoewel cybercrime dus een steeds groter gevaar lijkt te worden komt er ook steeds meer bewustzijn voor het probleem. Dit maakt het plegen van de misdaad daardoor steeds moeilijker. Toch zal met de constante ontwikkeling van de technologie ook cybercrime zich automatisch verder blijven ontwikkelen. Het is daarom belangrijk dat er onder burgers altijd een bewustzijn blijft bestaan voor deze nieuwe vorm van misdaad.