Bird-Man

Tekst: Manpreet Brar

Beeld: Lucca de Ruiter en Daniëlle Kronenburg

Op een vroege ochtend wacht ik op mijn koffie in het altijd-drukke tentje Bakhuys bij het Weesperplein. De barista roept: ‘Uhh… Bird-Man?’ en kijkt verward naar de naam die op de beker is geschreven. Ik steek mijn hand op en zeg dat ik denk dat het voor mij is, maar dat mijn naam Manpreet is. Zij reageert met ‘aha ja… je heet nu Bird-Man, je koffie is bijna klaar!’.

Tijdens het voorstellen van mezelf verrassen anderen mij met hun verschillende creaties en vervormingen van mijn naam. Bird-man is een buitengewoon voorbeeld, maar Margreet, Manfriet en Bampriet zijn veelvoorkomende creaties. Soms ben ik blij verrast door een persoon die zonder enige moeite of herhaling mijn naam direct goed uitspreekt. Deze nieuwe bekende krijgt zonder verder nog een woord uit te spreken mijn waardering en als ik thuiskom een vriendschapsverzoek.

Bij een wat minder gangbare naam – zo weet iedereen die niet Eva of Femke heet – is het eerder de regel dan uitzondering om je naam minimaal twee keer te herhalen bij een introductie. Het is dan ook logisch dat mijn naam lastig te verstaan is, omdat Indiase namen minder voorkomen in Nederland. Wat het corrigeren van de uitspraak van mijn naam minder logisch maakt, is dat ik zelf eigenlijk ook niet de juiste uitspraak weet. Met mijn ouders praat ik Punjabi, een taal die niet resoneert met het Nederlands. Al sinds de basisschool merk ik dat de uitspraak van mijn naam door de juf en mijn klasgenoten niet overeenkomt met hoe mijn ouders mijn naam uitspreken. Het verschil hoorde ik in groep 1 vooral terug in de uitspraak van ‘preet’. De juf sprak het uit zoals je het schrijft en mijn ouders als ‘priet’. Nadat ik ‘preet’ niet meer fijn vond vertelde ik in de kring dat ik een nieuwe naam heb: ‘Ik heet nu Manpriet’ zei ik, ‘niet Manpreet’, nadien de uitspraak op school al veel meer weg had van de uitspraak thuis. Toch blijft de naam zowel gedurende mijn basisschooltijd als ver daarna een opgave voor velen. Ik vraag mij af: hebben Eva en Femke zich ooit dankbaar gevoeld dat ik hun naam goed uitspreek?

‘Man… en dan Priet, net als grasspriet, maar dan zonder gras en wel met man,’ is een omslachtige uitleg die ik jarenlang gaf. Op een bepaald moment ergens tussen de skatekleding en rebellie in, leek het mij onnodig om de eerste drie letters van mijn naam, ‘Man’, überhaupt nog te gebruiken. In het Punjabi betekent ‘man’ hart en ‘preet’ liefde: liefde vanuit het hart. In het Nederlands gaat die mooie betekenis voor mij verloren door het woord ‘man’. De klemtoon komt te liggen op dit woord dat wij kennen, maar de uitspraak van ‘man’ is in het Punjabi anders dan in het Nederlands. De Nederlandse ‘a’ in man lijkt dieper vanuit de keel te komen en in het Punjabi vanuit het midden van de tong. Dit nadoen is lastiger dan het klinkt, omdat de Punjabi karakters niet letterlijk te vertalen zijn in de letters en de bijbehorende klanken. De ‘an’ in man spreek je nasaler uit dan in het Nederlands. De klank komt het dichtst in de buurt van de uitspraak van het woord m’n als je de klank tussen de ‘m’ en ‘n’ langer aanhoudt. Het is ook lastig voor mij om die klank juist uit te spreken, omdat ik gewend ben meer in het Nederlands te communiceren. Zes jaar na de grote kring in groep 1 heb ik dus weer een nieuwe naam: Priet. Het maakt het voorstellen makkelijker, het lijkt Nederlands door ‘prietpraat’ en ik wilde me even afzetten tegen mijn ouders door mijn gegeven naam te verwesteren.

De pubertijd en rebellie voorbij stel ik mij gewoon weer voor als Manpreet, waar ik de klemtoon bij het voorstellen onbewust al leg op het woord ‘man’, omdat het dan makkelijker een weg weet te vinden in de Nederlandse klanken. De uitspraak van mijn naam door anderen en door mezelf laten lijken op die van mijn ouders is een lastige opgave. De meeste personen die ik corrigeer lukt het om ‘man’ en ‘priet’ samen te voegen, maar vaak volgt er tot mijn verbazing een verengelste uitspraak zoals Menpriiiiiet.

Het is ook niet nodig om de Punjabi uitspraak te integreren in het Nederlands: gezien dat ik ook beiden ben, is het passend om een vernederlandste Punjabi-naam te dragen. Al voelt het toch zó vertrouwd en fijn als het iemand lukt om met dezelfde uitspraak als mijn vader mij bij mijn voornaam aan te spreken. De volgende die mij weet te verrassen met dit gevoel, trakteer ik na de coronatijden op een biertje in Kriterion.