Alumni aan het woord: Sanne Schweers en Miriam Verhage

Antropologen zetten de mens centraal in de ouderenzorg

Tekst: Hannah Visser

Beeld: Sanne Schweers en Miriam Verhage

‘Hoe kan ik als afgestudeerde antropoloog een steentje bijdragen in de samenleving?’ Sanne Schweers en Miriam Verhage vonden hun antwoord op deze vraag in de ouderenzorg. De ouderen waar Sanne en Miriam mee werken, voelen zich vaak niet gehoord of worden ten onrechte ‘beschermd’. Met hun antropologische kennis en achtergrond hebben Sanne en Miriam oog voor de mens in de ouderenzorg in al zijn diversiteit. In de verpleeghuiszorg in Nederland ligt vaak de focus op efficiëntie en op het medische: feiten, protocollen en regels. Ouderen worden vaak gezien als een groep en niet als individu. ‘Daar komt veel weerstand tegen. Je hoort veel mensen zeggen: “Ik voel me een nummer, ik voel me niet gezien.” Er zijn mensen die heel boos worden als ze niet het gevoel hebben goed behandeld te worden. Er is weerstand tegen, alleen weten veel instanties niet hoe ze daarmee om moeten gaan’, vertelt Sanne. Antropologen en andere sociale wetenschappers zijn dan ook heel belangrijk om deze mensen een stem te kunnen geven en dit te vertalen naar beleid. Bij de Leyden Academy on vitality and ageing, een kennisinstituut gevestigd in Leiden, werken mensen vanuit diverse disciplines die zich bezighouden met de kwaliteit van leven van ouderen. Sanne en Miriam zijn nu tweeënhalf jaar werkzaam bij de Leyden Academy.

Het leefplezierplan

Beiden kwamen niet gelijk na hun afstuderen bij de Leyden Academy terecht. Sanne studeerde antropologie aan de Universiteit van Amsterdam, met een specialisatie in medische antropologie, en had na haar afstuderen verschillende baantjes in de ziekenhuiswereld. In die diehard medische wereld’, aldus Sanne, was er voor haar niet genoeg aandacht voor de menselijke kant van de zorg. In de langdurige zorg bij ouderen, chronisch zieken of de gehandicaptenzorg is daar wel aandacht voor. ‘Dan is de vraag: “Hoe leer ik leven met mijn beperking?” veel belangrijker dan de vraag “Hoe word ik beter?”, je wordt immers niet beter. Bij die eerste vraag zijn de sociale wetenschappen hartstikke belangrijk. Wat maakt het leven de moeite waard? Wie wil ik zijn? Met wie wil ik leven? Vragen waar de antropologie, sociologie en filosofie veel beter mee om kunnen gaan dan de medische wetenschappen’, aldus Sanne. Momenteel werkt ze bij de Leyden Academy aan het ‘Leefplezierplan’ voor liefdevolle zorg in verpleeghuizen. Het huidige Zorgplan is vooral gericht op medische informatie van een bewoner. Met het project Leefplezierplan komt er ook aandacht voor wie een bewoner is. Zo zegt Sanne: ‘Als zorgverleners alleen medische informatie hebben, dan zullen zorgverleners zich ook alleen maar richten op de medische kant van de persoon. Als je ook weet dat iemand een enorme Feyenoordfan is, ben je veel eerder geneigd daar iets mee te doen in je werk.’

Miriam Verhage rondde haar bachelor antropologie af in Nijmegen en volgde de onderzoeksmaster in Utrecht. Ook zij had verschillende (vrijwilligers)baantjes, vooral met mensen met een migratieachtergrond, voordat ze solliciteerde bij de Leyden Academy. Miriam legt uit dat oud zijn en de ouderenzorg in de samenleving vaak als negatief worden gezien. De focus ligt teveel op de kwetsbaarheid en aftakeling van ouderen en niet op wat ze nog wel kunnen. Dit is ook te zien in de coronacrisis, waar ouderen worden neergezet als de kwetsbare groep die ‘beschermd’ moet worden. Miriam doet momenteel een evaluatieonderzoek over eenzaamheidsinterventies voor, door en met ouderen en ze werkt aan een onderzoek naar hoe ouderen de coronacrisis ervaren aan de hand van interviews en een media-analyse.  Ze legt uit dat het lastig is dat ouderen als homogene groep worden gezien en merkt in haar onderzoek dat sommige ouderen zelf willen beslissen hoe zij omgaan met corona. ‘Een aantal ouderen heeft zoiets van: ik heb al mijn hele leven zelf keuzes gemaakt, waarom mag ik dat nu ineens niet meer? Waarom mag mijn buurman van 68 wel naar buiten en ik niet?’

In de laatste fase van het leven van ouderen moet goede kwaliteit van de zorg centraal staan. Daarbij zijn de wensen en behoeften van de ouderen essentieel, vinden Sanne en Miriam. Bij een goed afscheid van het leven, leggen ze uit, hoort soms naast het herinneren van positieve herinneringen ook juist het erkennen van verdriet en trauma. Miriam legt uit dat dit verschillende positieve effecten heeft: ‘Nostalgie wordt vaak weggezet als iets wat een negatieve connotatie heeft. Je kan het ook omdraaien: nostalgie kan ook iets heel moois zijn. Uit onderzoek is gebleken dat bij eenzaamheid nostalgie kan zorgen voor een hoger zelfvertrouwen en een beter, positiever zelfbeeld, als je het op een goede manier inzet en er op een goede manier over weet te praten. Het herinneren van mooie dingen uit het verleden, kan juist zorgen voor een betere gemoedstoestand op dit moment.’

De antropoloog in de zorg

Het zorglandschap bestaat uit veel verschillende ‘eilandjes’, zoals bijvoorbeeld de verzorgenden, de familie en het management, die elk hun eigen sociale context hebben. ‘Er wordt vaak gedacht dat de verschillende groepen vanzelf bij elkaar komen’, maar, zegt Sanne, ‘dat is een enorme onderschatting’. De antropoloog kan tussen deze eilandjes een verbindende factor vormen, kan zich inleven in de ander, heeft oog voor mensen die buitengesloten worden, is nieuwsgierig en soms zelfs avontuurlijk. Om goede persoonsgerichte zorg te kunnen bieden zijn er mensen nodig die goed kunnen luisteren, die diep in gesprek kunnen gaan en een brug kunnen slaan tussen verschillende partijen. Mensen die niets gek vinden en een nieuwe visie op zorg kunnen ontwikkelen. Sanne en Miriam hopen dan ook dat er meer antropologen de zorg in zullen gaan.