Als ik de baas zou zijn van het journaal

Hoe de media voor een realistisch beeld van de werkelijkheid moeten zorgen

Tekst: Hannah Visser

Beeld: Daniëlle Kronenburg

Kinderen voor Kinderen schreef er in 1984 al een lied over: ‘Als ik de baas zou zijn van het journaal, dan werd het nieuws meteen een heel stuk positiever.’ In 37 jaar is er niet veel veranderd: als je een nieuwssite opent, word je meteen overspoeld door negatieve nieuwsberichten. Deze negativiteit richt meer schade aan dan je zou denken. Gelukkig is er ook goed nieuws: journalistiek kan namelijk anders. Het is tijd voor constructieve journalistiek.

Pushberichten van de NOS-app, het journaal op de radio, een nieuwsuitzending op televisie. Het nieuws is altijd overal. Zelf heb ik een tijd geleden besloten om de NOS-app te verwijderen, maar tijdens het werken op mijn laptop check ik de NOS-site nog regelmatig. De koppen zijn meestal negatief: ‘Zorgen bij Gommers over het aantal IC-opnames’. Of: ‘Tientallen gewonden bij veldslag in Jeruzalem’. Ik word er niet bepaald vrolijk van.

Om haar dosis nieuws te beperken, heeft mijn moeder zichzelf restricties opgelegd: alleen aan het begin van de avond mag ze even kijken. Nieuws lijkt bijna een nieuwe verslaving te worden. Dat is niet eens zo gek, omdat er bij het lezen of horen van nieuws een lichamelijke reactie optreedt, waar je lichaam steeds meer gewend aan raakt. Negatieve nieuwsberichten zorgen voor de grootste trigger.Hierbij ontstaat er een stressreactie in het lichaam. Bij het zien van een overzicht aan nieuwsberichten zal je het snelst klikken op een negatieve nieuwskop. Dit komt door de negativity biasvan het brein: negatieve berichten blijven langer hangen, omdat ons brein ons van nature wil behoeden voor gevaar. De media spelen bij het vormgeven van nieuws in op deze emotie die ontstaat wanneer je een negatief nieuwsbericht hoort of leest. Hoe meer emotie er opgewekt wordt bij de lezer of kijker, hoe beter. Negatieve berichten worden namelijk vaker gedeeld en gelezen en zorgen dus voor meer winst. De tendens in de journalistiek is daarom ook: goed nieuws is geen nieuws. Slecht nieuws is de uitzondering, de afwijking van het normale. Daarbij richt de journalistiek zich vooral op conflict, de kwalen van de samenleving en negativiteit. De media geven ons als het ware een verslaving aan stresshormonen en een slechtere gemoedstoestand, want negatieve berichten hebben een negatief effect op ons humeur. Maar dat is niet het enige probleem; er is nog iets veel groters aan de hand: door de media ontstaat er een onrealistisch beeld van de werkelijkheid. Er gaat ook een heleboel wél goed, waar je niks van hoort. Dit onrealistische, negatieve beeld van de werkelijkheid heeft invloed op ons denken en doen. Als je de wereld bekijkt door een negatieve bril, word je automatisch achterdochtiger. Er wordt een eigen realiteit gecreëerd, waarin angst en onveiligheid de overhand hebben.

Mijn moeder en ik zijn niet de enige die zich steeds meer afwenden van het nieuws. Uit onderzoek van persbureau Reuters en Oxford University blijkt dat 27% van de Nederlanders het nieuws vaak of soms ontwijkt. Rolf Dobelli, schrijver van het boek Het Nieuwsdieet, kijkt zelf al jaren geen nieuws meer. Hij is er een gelukkiger mens van geworden, zegt hij. Andere voordelen van een nieuwsdieet zijn volgens Dobelli dat hij veel meer tijd heeft en dat hij beter is geworden in langere stukken lezen. De korte nieuwsberichten trainen de hersenen om korte stukken te lezen en deze verliezen hierdoor de functie om lange stukken te lezen.

Het nieuws verbannen uit je leven is natuurlijk een oplossing, maar het nieuws volgen heeft ook goede functies die daarmee allemaal wegvallen. Antropoloog Benedict Anderson schrijft in zijn boek Imagined Communities hoe kranten en nieuws een belangrijke rol hebben gespeeld in het ontstaan van staten. Als niemand meer het nieuws zou kijken, zou een belangrijke verbinding met landgenoten wegvallen. De democratie kan niet goed functioneren zonder goed geïnformeerde burgers. Ook zou je je kunnen afvragen of het niet meer volgen van het nieuws moreel verantwoord is. Veel van het nieuws, bijvoorbeeld over conflicten in het Midden-Oosten, heeft geen directe invloed op ons persoonlijke leven, maar voor iemand uit het Midden-Oosten wel. Vanuit deze redenering bevind je je in een geprivilegieerde positie als je het nieuws links kan laten liggen. Bovendien heeft ook slecht nieuws, in een gezonde dosis, een functie. Zo stelt ombudsman van de NRC Sjoerd de Jong: ‘Nieuws brengen kan mensen attenderen op dingen die verbeterd moeten worden, of dingen die in de praktijk haperen en ook negatieve consequenties kunnen hebben en waar iets aan moet gebeuren. Dat is ook een functie van, tussen aanhalingstekens, slecht nieuws.’

De wereld een stukje liever maken

Beter zou zijn als het probleem bij de kern werd aangepakt. De Deense journaliste Cathrine Gyldensted pleit al jaren voor een ander soort journalistiek: constructieve journalistiek. Dit zou een oplossing kunnen zijn voor ons probleem. Constructieve journalistiek houdt zich meer bezig met morgen dan met het nu of het verleden, het biedt inspiratie en oplossingen voor een probleem. Het presenteert de werkelijkheid met een positieve toon, op zo’n manier dat het wel maatschappelijk relevant is. Constructieve journalisten willen informatie aan het licht brengen, de macht verantwoordelijk houden en het publiek op de hoogte houden van mogelijke gevaren, wat ‘normale’ journalisten ook doen. Daarnaast willen ze ook perspectieven aanreiken om te streven naar verandering. Andere elementen van constructieve journalistiek zijn meer positieve emoties overbrengen en een andere rol voor geïnterviewden met meer visies en ideeën in plaats van alleen als slachtoffer. Hoogleraar missiologie Mechteld Jansen ziet het belang van constructieve journalistiek voor de jongere generatie: ‘Voor kinderen is het belangrijk dat ze enerzijds zien dat er conflicten zijn, maar ook dat je ze kunt oplossen, bijleggen.’ In de coronacrisis kan de media een belangrijke rol spelen door te zien wat er wél kan en de mensen aansporen niet bij de pakken neer te gaan zitten.

Het probleem ligt niet bij onze nieuwsconsumptie, maar bij de aard van het nieuws dat we consumeren. De oplossing is dan ook niet om het nieuws te negeren of je ervan af te wenden. De oplossing ligt bij journalisten en omroepen die het nieuws vormgeven. Zij moeten genuanceerdere journalistiek maken om een realistisch beeld te scheppen van de werkelijkheid, in plaats van een negatief filter over de wereld te leggen. ‘De wereld werd meteen een stukje liever, want ik negeerde alle narigheid totaal.’ Zongen de hoge stemmen van Kinderen voor Kinderen. Alle narigheid negeren is geen optie, maar de wereld kan dus wel degelijk een stukje liever en realistischer gemaakt worden door constructief nieuws en een balans tussen positief en negatief nieuws. De realiteit bestaat niet uit negativiteit, De realiteit is genuanceerd, bestaat uit oplossingen en een heleboel dingen die wél goed gaan. Laten we daarom van goed nieuws ook nieuws maken.